Het onderstaande is alleen van toepassing op personen
met geïmplanteerde medische apparaten die actief zijn
(bijv. pacemakers, defibrillator, etc.):
Houd het draadloze hoortoestel op minstens 15 cm afstand
van het actieve implantaatsysteem. Als u enige interferentie
ondervindt, dient u het draadloze hoortoestel niet langer te
gebruiken en contact op te nemen met de fabrikant van het
actieve implantaatsysteem. Interferentie kan ook veroorzaakt
worden door elektrische leidingen, elektrostatische ontlading,
metaaldetectorpoorten op de luchthaven, etc.
Houd de magneten (bijv. batterijhulpstuk, EasyPhone-magneet,
etc.) op minstens 15 cm afstand van het actieve
implantaatsysteem.
Bij gebruik van Phonak draadloze accessoires, raadpleegt u het
hoofdstuk "Belangrijke veiligheidsvoorschriften" van uw
draadloze accessoire-handleiding.
Het gebruik van accessoires, transducers en kabels, anders
dan degene die door de fabrikant van deze apparatuur zijn
gespecificeerd of meegeleverd, kan leiden tot verhoogde
elektromagnetische emissies of verlaagde elektromagnetische
immuniteit van deze apparatuur en leiden tot onjuiste werking.
54