Bij een onjuiste installatie en gebruik dat niet in
overeenstemming is met de instructies kan dit leiden tot
schadelijk interferentie van radioverbindingen. Het is
echter niet gegarandeerd dat er geen interferentie in een
bepaalde installatie zal optreden. Als dit toestel schadelijke
interferentie aan radio- of televisieontvangst veroorzaakt
(dit kan worden vastgesteld door de apparatuur uit-
en in te schakelen), wordt de gebruiker aangeraden
de interferentie te corrigeren door middel van een van
de volgende maatregelen:
• De ontvangstantenne draaien of verplaatsen.
• De afstand tussen het toestel en de ontvanger vergroten.
• Het toestel aansluiten op een stopcontact van een
circuit waarop de ontvanger niet is aangesloten.
• Raadpleeg de dealer of een ervaren radio/tv-reparateur.
41