Elektromotor
7. Schroef de trekontlastingsbus (5) in de kap van de
motoraansluitkast (J).
8. Zorg dat de pakking zich in de juiste positie op de
kap van de motoraansluitkast bevindt. Sluit de drie
stroomdraden aan en aard deze. Sluit de
geelgroene aarddraad aan op de aardaansluiting
van de motoraansluitkast. Sluit de stroomdraden als
volgt aan:
• De bruine draad op motorklem U1
• De zwarte draad op motorklem V1
• De grijze draad op motorklem W1
Zie het Bedradingsschema, pagina 29, voor de
locaties van de aansluitingen. Draai de
stroomdraden aan tot 28 in-lb (3,2 N•m). Draai de
aarddraad aan tot 28 in-lb (3,2 N•m).
9. Installeer de kap van de motoraansluitkast (J) op de
motoraansluitkast. Draai de kap van de
motoraansluitkast aan tot 28 in-lb (3,2 N•m).
KENNISGEVING
Zorg dat de draden zich volledig in de aansluitkast
bevinden, zodat ze niet beklemd raken tussen de
motoraansluitkast en het deksel van de
motoraansluitkast. Als draden beklemd raken, raken ze
beschadigd en veroorzaken ze een elektrisch gevaar.
10. Installeer de motorconstructie op het spuitapparaat.
ti18748a
22
J
S
ti18700a
11. Draai de borgbeugel van de elektromotor (204) naar
binnen. Draai de moer van de elektromotor vast
(205).
ti5387a
12. Installeer de ventilatorriem, zie pagina 15.
13. Controleer of de riemschijf van de ventilator en de
riemschijf van de motor zich op één lijn bevinden.
Controleer ook of de as van de riemschijf van de
ventilator en die van de riemschijf van de motor
parallel zijn. Pas aan indien nodig.
Parallel
ti18705a
Op één lijn
Riemschijf van de motor
(133)
GELIJK (de riemschijf
van de motor moet gelijk
zijn met het uiteinde van
de motoras)
Motoras
As van de riemschijf
van de ventilator
Riemschijf van de
ventilator (43)
3A2474A