SG2, SG3 Spuitpistolen
Modellen: 243011, 243012, 246506, 243238,
243382, 289843, 257359, 16W431, 16X214, 17J910,
25R553, CAN011, CAN012
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES.
instructiehandleiding van uw spuitapparaat voor drukontlasting,
voorpompen en spuitinstructies. Bewaar deze instructies.
Maximale werkdruk: 3600 psi (248 bar, 24,8 MPa)
Onderstaande waarschuwingen betreffen installatie, gebruik, aarding, onderhoud en reparatie van deze apparatuur. Het
symbool met het uitroepteken in de tekst van deze handleiding verwijst naar een waarschuwing en gevarensymbolen verwijzen
naar procedurespecifieke risico's. Raadpleeg deze waarschuwingen. Daarnaast zijn er procedurespecifieke waarschuwingen te
vinden in de handleiding, waar van toepassing.
WAARSCHUWINGEN
GEVAAR VOOR INJECTIE DOOR DE HUID
Vloeistof dat onder hoge druk uit pistool, uit lekkende
slangen of uit beschadigde onderdelen komt, dringt
door de huid naar binnen in het lichaam. Dit kan eruit zien als
een gewone snijwond, maar er is sprake van ernstig letsel,
dat kan leiden tot amputatie. Onmiddellijk laten behande-
len door een arts.
•
Het pistool nooit op iemand of op een lichaamsdeel rich-
ten.
•
Uw hand nooit op de spuittip plaatsen.
•
Nooit proberen lekkages te stoppen met uw handen, het
lichaam, handschoenen of een doek.
•
Niet spuiten als de tipbeveiliging en veiligheidspal van de
trekker niet zijn aangebracht.
•
Vergrendel de veiligheidspal van de trekker altijd wan-
neer u niet spuit.
•
Volg steeds de Drukontlastingsprocedure in deze
handleiding wanneer u ophoudt met spuiten, vóór reini-
ging, controle, of onderhoud aan de apparatuur
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Brandbare dampen in het werkgebied zoals die van
oplosmiddelen en verf kunnen ontbranden of explo-
deren. Om brand en explosie te helpen voorkomen:
•
Gebruik de apparatuur alleen in goed geventileerde
ruimtes.
•
Zorg dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals contro-
lelampjes, sigaretten, draagbare elektrische lampen en
kunststof druppelvangers (deze kunnen statische vonk-
overslag geven).
•
Houd de werkruimte vrij van afval, ook oplosmiddelen,
poetslappen en benzine.
•
Haal geen stekkers uit stopcontacten, steek geen stek-
kers in stopcontacten en doe de verlichting niet aan of uit
met de schakelaars als er brandbare dampen aanwezig
zijn.
•
Aard alle apparatuur in de werkomgeving. Zie de instruc-
ties onder Aarding.
•
Alleen geaarde slangen gebruiken.
•
Houd het pistool stevig tegen de zijkant van een geaarde
emmer gedrukt terwijl u in de emmer spuit.
•
Als u merkt dat er sprake is van statische elektriciteit of u
voelt een schok, stop dan onmiddellijk met werken.
Gebruik het systeem pas weer als u de oorzaak van het
probleem kent en het probleem is verholpen.
•
Zorg dat er altijd een werkend brandblusapparaat op de
werkplek is.
Voor het aanbrengen van muurverf en coatings -
-
.
Zie de
GEVAREN BIJ VERKEERD GEBRUIK VAN
DE APPARATUUR
Verkeerd gebruik kan leiden tot dodelijke ongevallen
of ernstige letsels.
•
Het systeem niet bedienen als u moe bent of onder
invloed bent van alcohol of geneesmiddelen.
•
De maximum werkdruk en maximum bedrijfstemperatuur
van het zwakste onderdeel in uw systeem niet overschrij-
den. Zie de Technische gegevens van alle handleidingen.
•
Gebruik vloeistoffen en solventen die compatibel zijn
met de bevochtigde onderdelen van de apparatuur. Zie
de Technische gegevens van alle handleidingen. Lees
de waarschuwingen van de fabrikant van de gebruikte
materialen en oplosmiddelen. Vraag de leverancier of
winkelier naar de MSDS-fiche (het veiligheidsinformatie-
blad) voor de volledige informatie over uw materiaal.
•
Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang
versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk; vervang
ze enkel door originele reserveonderdelen van de fabrikant.
•
Geen veranderingen of wijzigingen in de apparatuur
aanbrengen.
•
De apparatuur alleen voor het beoogde doel gebruiken.
Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie.
•
Houd slangen en kabels uit de buurt van plaatsen waar
gereden wordt, scherpe randen, bewegende onderdelen
en hete oppervlakken.
•
Zorg dat er geen kink in slangen komt en buig ze niet te
ver door; trek het apparaat nooit vooruit aan de slang.
•
Houd kinderen en dieren weg van het werkgebied.
•
Houd u aan alle geldende veiligheidsvoorschriften.
GEVAREN VAN ALUMINIUM ONDERDELEN
ONDER DRUK
Gebruik in aluminium apparatuur onder druk geen
1.1.1-trichloorethaan, methyleenchloride, andere halogeen-
koolwaterstof-oplosmiddelen of vloeistoffen die dergelijke
oplosmiddelen bevatten. Gebruik van dergelijke stoffen kan
leiden tot een chemische reactie waardoor de apparatuur kan
barsten wat kan resulteren in dodelijk of ernstig letsel en
materiële schade.
UITRUSTING VOOR PERSOONLIJKE
BESCHERMING
U moet geschikte beschermingsmiddelen dragen als
u de apparatuur bedient, onderhoudt en als u in het werkge-
bied aanwezig bent – dit om u mede te beschermen tegen
ernstig letsel. Dergelijke uitrusting is o.a.:
•
Een veiligheidsbril
•
Kleding en een stofmasker, zoals aanbevolen door de
fabrikant van de gebruikte vloeistoffen en oplosmiddelen
•
Handschoenen
•
Gehoorbescherming
312833M
NL
ti11562a