2. Een gesprek met één persoon
Ga met uw gesprekspartner in een rustige omgeving
zitten. Kijk de spreker aan, zodat u de gezichtsuit-
drukkingen goed kunt zien. U zult nieuwe spraakge-
luiden ervaren die in het begin misschien wat vreemd
zullen zijn. Wanneer de hersenen eenmaal aan deze
nieuwe geluiden gewend zijn zal het verstaan helder-
der worden.
3. Luisteren naar de radio of TV
Begin met het luisteren naar het nieuws, de presenta-
toren spreken meestal duidelijk. Ga daarna pas luiste-
ren naar andere programma's. Wanneer u moeite heeft
met het volgen van radio en televisie kan uw audicien
u advies geven over aanvullende hulpmiddelen.
Wanneer u een ringleiding heeft kunt u profijt hebben
van de T of MT op uw hoortoestel.
4. Een gesprek met meerdere personen
In een gesprek met meerdere personen is er vaak veel
achtergrondlawaai. Probeer daarom uw volledige aan-
dacht te richten op degene naar wie u wilt luisteren.
Als u iets niet heeft verstaan kunt u gerust vragen om
herhaling. Tenslotte mist iedereen weleens een
woord.
20
5. Gebruik van de luisterspoel in een kerk,
schouwburg of bioscoop
Steeds meer kerken, schouwburgen en bioscopen
hebben speciale voorzieningen zoals een ringleiding,
hetgeen wordt aangegeven door een bord met
'Ringleiding aanwezig'. De ringleiding zendt draad-
loos geluid uit dat wordt opgevangen door de luister-
spoel van het hoortoestel. Raadpleeg uw audicien
voor verdere informatie.
6. Gebruik van de telefoon
De meeste hoortoestellen kunnen bij telefoneren
worden gebruikt door de hoorn 2-3 cm van het oor
te houden. Enigszins draaien van de hoorn kan ook
helpen. Wanneer fluiten optreedt kunt u de hoorn
iets wegdraaien en in een vaste positie proberen te
houden.
Wanneer uw hoortoestel is voorzien van een luister-
spoel kunt u het bij telefoneren op de T-stand zetten.
Dit voorkomt fluiten.
De luisterspoel werkt door het opsporen van magneti-
sche golven. Zorg daarom dat apparatuur als fax of
computer tenminste 2-3 meter van de telefoon verwij-
derd is om eventuele storing te voorkomen.
21