Installatie (uitsluitend voor erkende technici)
Toebehoren
De meegeleverde accessoires moeten worden gebruikt, zoals
weergegeven in afb. 14.
▶ Gebruik alleen kranen en accessoires die geschikt zijn om
in een gesloten circuit (onder druk) te werken.
De wateraansluitingen markeren
Legenda bij afb. 13:
[1] Koudwateringang (G ½")
[2] Warmwateruitlaat (G ½")
▶ Waarborg dat de koudwater- en warmwaterleidingen goed
zijn gemarkeerd om verwarring te voorkomen (afb. 13).
▶ Installeer de accessoires voor de wateraansluiting.
Tijdens de installatie van de afsluitkraan,
▶ Zorg dat de greep van de afsluitkraan naar beneden wijst
( afb. 16).
5.5
Om het toestel aan de wand te monteren
▶ Verwijder het plastic onderdeel van de achterkant van het
toestel ( afb. 15).
▶ Gebruik de achterkant van het toestel als een gatpatroon.
▶ Steun het toestel op het koudwateraccessoire om het mar-
keren op de wand te vergemakkelijken.
▶ Markeer het montagepunt en zorg ervoor dat het toestel
waterpas en verticaal hangt ( afb. 16).
Voor modellen met Aquastop-systeem (TR...A),
▶ Zorg voor een verticale uitrichting van het toestel.
Het toestel mag niet meer dan 1° worden gekanteld.
▶ Scheid de bevestigingsdelen (afb. 17).
▶ Bevestig de bevestigingsdelen voor het toestel in de wand
(afb. 18).
▶ Bevestig de achterkant van het toestel aan de wand (
afb. 18).
5.6
Elektrische installatie van het toestel
Het is mogelijk om de stroomkabel op drie verschillende posi-
ties aan te sluiten ( afb. 19);
•
Bovenste aansluiting
•
Onderste aansluiting
•
Onderste aansluiting voor korte kabels
36
De opening van het kabelkanaal moet perfect aansluiten op de
voedingskabel. Als het kabelkanaal tijdens de montage bescha-
digd raakt, moeten de gaten waterdicht worden afgedekt.
▶ Het kabelkanaal moet worden uitgesneden overeenkom-
stig de diameter van de voedingskabel ( afb. 20).
▶ Steek de aansluitkabel minimaal 40 mm in het toestel, ten-
zij u de onderste aansluitpositie gebruikt voor korte kabels.
▶ Voer de voedingskabel door het kabelkanaal en zorg dat
deze goed vast zit ( afb. 21).
▶ Als de afstand tussen het toestel en de muur 2-8 mm is,
moet het toestel waterpas worden gezet met behulp van de
bovenste montagebevestiging ( afb. 22).
Als het toestel zich niet loodrecht ten opzichte van de wand be-
vindt,
▶ Gebruik afstandhouders aan de onderkant om het toestel
uit te richten.
▶ De afstandhouders moeten aan de achterkant van het toe-
stel worden geplaatst ( afb. 23).
▶ Zet het toestel waterpas met de bovenste montagebevesti-
ging en de afstandhouders, als de afstand tussen het toe-
stel en de wand 8-16 mm is ( afb. 24).
Als het toestel niet stevig aan de wand is bevestigd,
▶ Gebruik de schroeven om de afstandhouders aan de wand
te bevestigen ( afb. 25).
▶ Draai de bevestigingselementen vast zodat het toestel aan
de wand bevestigd is ( afb. 27).
Indien de afstand tot de wand 8 tot 16 mm bedraagt en indien
het toestel gebruik maakt van een Aquastop-systeem (TR .001
A), moet de bij het toestel geleverde extra huls worden geïn-
stalleerd.
▶ Installeer de extra huls om de Aquastop correct te kunnen
installeren ( Afb. 26).
5.7
Montage van het hydraulische blok
▶ Plaats het hydraulische blok in de achterkant van het toe-
stel.
Tronic 8500i – 6721860037 (2024/02)