3 GEBRUIK VAN HET APPARAAT
3.1 Informatie over de Less Frost-
technologie
Door de mantel rondom de verdamper biedt
de Less Frost-technologie een efficiëntere
koeling, moet minder manueel worden
ontdooit en hebt u meer opslagruimte.
3.2 Thermostaatinstelling
De thermostaat van de koelkast en
diepvriezer regelt automatisch de
temperatuur in de koel- en vriesvakken.
Koelkasttemperaturen kunnen worden
verkregen door de knop naar hogere cijfers
te draaien; 1 tot 3, 1 tot 5 of SV (maximale
cijfers om de thermostaat is afhankelijk van
uw product.)
Belangrijke opmerking: Probeer de
knop niet voorbij stand 1 te draaien.
Dit stopt de werking van uw apparaat.
Superschakelaar
(in bepaalde modellen)
Lampafdekking
(afbeeldingen zijn representatief)
Thermostaatinstellingen:
1 – 2 : Voor het kort bewaren van voedsel
3 – 4 : Voor het lang bewaren van voedsel
5 : Maximale koelstand. Het apparaat zal
langer werken. Wijzig indien nodig de
temperatuurinstelling.
Als het apparaat voorzien in van een SV-
stand:
• Draai de knop naar SV om vers voedsel
snel in te vriezen. In deze stand werkt
het vriesvak bij lagere temperaturen.
Draai nadat uw voedsel is ingevroren de
thermostaatknop terug naar zijn stand
voor normaal gebruik. Als u de SV-
stand niet wijzigt, schakelt uw apparaat
automatisch terug naar zijn laatst
gebruikte thermostaatstand volgens de
tijd die in de opmerking wordt aangeduid.
Thermostaatknop
NL -100
Zet de thermostaatschakelaar terug
naar de SV-stand en schakel hem naar
normaal gebruik volgens de tijd die in
de opmerking wordt aangeduid. Als
de thermostaatschakelaar in de SV-
stand staat bij de eerste inschakeling
van uw apparaat, zal uw apparaat
automatisch terugkeren naar de werking
in thermostaatstand 3 volgens de tijd die
in de opmerking wordt aangeduid.
Snelvriezen: Deze schakelaar moet
worden gebruikt als schakelaar
voor snelvriezen. Voor maximale
diepvriescapaciteit dient u deze schakelaar
24 uur voordat u het verse voedsel plaatst
in te schakelen. Na het plaatsen van vers
voedsel in de vriezer, is het doorgaans
voldoende om deze 24 uur AAN te
zetten. Zet deze schakelaar 24 uur na het
plaatsen van vers voedsel uit om stroom te
besparen.
Winterschakelaar: Als de
omgevingstemperatuur lager is dan 16
moet deze schakelaar worden gebruikt als
winterschakelaar. Hij behoudt uw koelkast
boven de 0
C en uw diepvriezer kouder dan
o
-18
C bij een lage omgevingstemperatuur.
o
3.3 Waarschuwingen
temperatuurinstellingen
• Uw apparaat is ontworpen om
te werken binnen bereiken van
omgevingstemperatuur zoals
gespecificeerd in de normen, volgens
de klimaatklasse die op het typeplaatje
staat vermeld. Het wordt niet
aanbevolen uw koelkast te gebruiken in
omgevingen die buiten de aangegeven
temperatuurbereiken vallen. Dit zal
de koelefficiëntie van het apparaat
verminderen.
• Temperatuuraanpassingen moeten
worden uitgevoerd in overeenstemming
met het aantal malen dat de deur wordt
geopend, de hoeveelheid voedsel dat
in het apparaat wordt bewaard en de
omgevingstemperatuur van waar het
apparaat zich bevindt.
• Als het apparaat voor het eerst wordt
C,
o