5 Inbedrijfname
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door
een vakbekwaam technicus.
5.1 Bedieningspaneel
Handleiding van het bedieningspaneel
5.2 Laatste controles voor inwerkingstelling
Hydraulisch circuit
- Controleer of de installatie en de ketel goed met water gevuld zijn
en op de juiste wijze geïrrigeerd en ontlucht zijn.
- Controleer de hydraulische dichtheid van de koppelstukken.
5.3 Procedure voor indienststelling
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door
een vakbekwaam technicus.
1. Controleer de waterdruk in de installatie. Eventueel water
bijvullen.
2. De gaskraan openen.
3. Controleer of de veiligheidsthermostaat niet ontkoppeld is.
Verwijder het kapje van de veiligheidsthermostaat en duw de
resetknop in met een schroevendraaier.
4. Zet de Aan/Uitschakelaar op
5. Voer de instellingen op het bedieningspaneel uit
Handleiding van het bedieningspaneel
24
.
GV 140 N BE (Aardgas)
Gascircuit
- Controleer of het apparaat is afgesteld voor de gebruikte gassoort.
Controleer de voedingsdruk.
- Controleer de druk bij de verstuivers.
Afsteldruk en markering van de geijkte verstuivers en
membranen (pagina: 26)
03/09/07 - 300000613-001-C