Verwarmingskring
4.4.5
Waterbehandeling
De centrale verwarmingsinstallaties moeten gereinigd
worden zodat afval (koper, vlasdraad, soldeersel) dat
veroorzaakt is bij de uitvoering van de installatie, en
aanslag die tot storing kan leiden (lawaai in de installatie,
chemische reactie tussen de metalen) verwijderd worden.
Het
is
verder
verwarmingsinstallaties te beschermen tegen de risico's
van corrosie, kalkaanslag en bacteriële besmetting door
middel van het gebruik van een anticorrosiemiddel dat
geschikt is voor alle typen installatie (radiatoren van staal,
gietijzer, vloerverwarming XLPE). De voor de behandeling
van het verwarmingswater gebruikte producten moeten
goedgekeurd zijn door de overheid.
03/09/07 - 300000613-001-C
B
V
D
belangrijk
de
centrale
GV 140 N BE (Aardgas)
De verwarmingskring (ketel en warmtewisselaar in het reservoir)
moet gevuld worden via de aftapkraan aan de achterkant van het
A
reservoir. Bij het vullen van de verwarmingskring, ontlucht de
warmtewisselaar van het warmwatertoestel goed. Ga daarvoor als
volgt te werk:
Schroef de dop van de automatische ontluchter een paar slagen
los.
Zorg dat de T-vormige antithermosifonklep op de automatische
stand staat.
Zorg dat de aftapkraan open staat.
Vul de verwarmingskring langzaam via de aftapkraan om de
ontluchting te bevorderen.
Als de installatie eenmaal gevuld is, de aftapkraan opnieuw dicht
draaien.
Maak de laadpomp indien nodig weer vrij: schroef de
beschermingsdop aan de voorkant van de pomp los en steek een
schroevendraaier in de gleuf (V) van de pompas. Draai de as
verschillende keren naar rechts en naar links. Laat de laadpomp
een paar minuten koud draaien om de aanzuiging te bevorderen.
De verwarmingskring zal op het hoogst gelegen punt van de
installatie ontlucht worden via de met het apparaat meegeleverde
automatische ontluchter.
A
Automatische ontluchter
B
Laadpomp
C
Automatische stand
21