Het bedrijfsgebied is afhankelijk van de toepassing en van een combinatie van druk en
temperatuur.
Tab. 11: Specificatie van het bedrijfsgebied
Criterium
Omgevingstemperatuur [°C]
Minimale aanvoerdruk
Viscositeit [cSt]
Dichtheid [kg/m³]
Frequentie [Hz]
Maximaal aantal starts per uur
Toegestane korrelgrootte [mm]
Koeling
6.2.1 Drukgrenzen en temperatuurgrenzen
6.2.1.1 Druk- en temperatuurgrenzen pompaggregaat
DPLHS
Tab. 12: Drukgrenzen en temperatuurgrenzen
Grootte
6
DPV B, C
Drukgrenzen en temperatuurgrenzen van de pomp zijn op het typeplaatje aangegeven.
7
Als de omgevingstemperatuur de waarde overschrijdt of als de motor meer dan 1000 meter boven de zeespiegel is
geplaatst, is de motorkoeling niet zo effectief en kan een dienovereenkomstige aanpassing van het motorvermogen
noodzakelijk zijn. De motorbelasting is afhankelijk van de opstellingshoogte boven de zeespiegel of van de
omgevingstemperatuur. Raadpleeg voor gedetailleerde adviezen uw dealer.
8
Schommelingen kunnen ervoor zorgen dat het motorvermogen aangepast moet worden. Raadpleeg voor gedetailleerde
adviezen uw dealer.
9
Pompen die voor bedrijf bij 50 Hz zijn bestemd, mogen niet op 60 Hz worden aangesloten.
10
Frequente starts/stops, met name in combinatie met grote drukverschillen (Δp) kunnen leiden tot een verkorte levensduur
van het product.
11
De vrije ruimte boven de ventilatieopeningen moet minstens 1/4 van de diameter van de ventilatieopeningen hebben zodat
de (koel-)lucht voldoende circuleren kan.
LET OP
Te groot temperatuurverschil tussen medium en pomp
Schade aan de machine!
▷ Het temperatuurverschil tussen medium en pomp mag nooit meer zijn dan
60 °C.
▷ In gevallen waarin het temperatuurverschil tussen pomp en medium meer
dan 30 °C bedraagt, de pomp langzaam vullen/opwarmen om het risico
van een temperatuurschok te vermijden.
7)
8)
8)
9)
10)
11)
Bedrijfsgebied
-20 tot 40
NPSH
+ 1 m
req.
1 - 100
1000 - 2500
30 - 60
Zie motorgegevensblad
0,005 - 1
Geforceerde koeling
p
[bar]
40
T
[°C]
120
31 / 72