Montageprocedure
4.3
Controles transmitter voor de montage
De controle voor de montage moet altijd na de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
• Verdraaien van de transmitterbehuizing
• Verdraaien van de displaymodule
Is het instrument beschadigd (visuele inspectie)?
Verdraaien van de transmitterbehuizing:
• Is de borgschroef goed vastgezet?
• Is het deksel van het aansluitcompartiment goed dichtgedraaid?
• Is de borgklem goed vastgezet?
Verdraaien van de displaymodule:
• Is het deksel van het aansluitcompartiment goed dichtgedraaid?
• Is de borgklem goed vastgezet?
12
Proline 400 HART
Endress+Hauser