8
ULTRACURVE PRO DEQ2496 Gebruiksaanwijzing
Ingestelde waarden
MODE
BP
FREQ
1.00 kHz
+15 dB > doorgetrokken lijn
M-GAIN
0 dB > streepjes lijn
-15 dB > stippellijn
BW(OCT)
0.1
THRESHOLD
-40 dB
RATIO
1:100
Tab. 3.1: Banddoorlaat-instellingen met extreme waarden (zie ook afb. 3.7)
0 dB
Positive gain > gain boost
after dropping below threshold
-40 dB
Afb. 3.7: Filtercurves bij over- c.q. onderschrijden van de Threshold-waarde
3.2.4 Het FBD-menu
De DEQ2496 heeft een Feedback Destroyer-functie die in grote lijnen
overeenkomt met het PEQ-menu (qua bediening en het soort parameters).
Het FBD-menu heeft echter nog een aantal extra functies en bestaat daarom
niet uit twee, maar uit drie pagina's.
Een Feedback Destroyer maakt grote verlagingen (geen verhogingen)
van frequentiebereiken mogelijk, om gericht feedback-veroorzakende
frequenties te verwijderen. Door de extreem smalbandige filters wordt de
totale klank van het signaal nauwelijks beïnvloedt.
Afb. 3.8: Het FBD-menu (pagina 1)
De eerste pagina toont een grafische weergave van de filters en komt qua
opbouw en gebruik overeen met de eerste pagina van het PEQ-menu. Omdat er
in dit menu alleen verlagingen kunnen worden ingesteld, bevindt de 0 dB-lijn
zich helemaal boven in beeld. Verschillen zitten hem hier in de waardebereiken
van de GAIN- en BW(OCT)-parameters. Om bijzonder smalbandige filters met een
hoge verlaging te krijgen, ligt het waardebereik van de bandbreedte bij 1/10 tot
1/60 oct. en bij de GAIN bij 0 tot -60 dB.
◊
Om op de eerste pagina van het FBD-menu te komen, dient tenminste
één filter op pagina 2 geactiveerd te zijn.
Afb. 3.9: Het FBD-menu (pagina 2)
Negative gain >
gain reduction
after exceeding
threshold
-40 dB
0 dB
Threshold
Op pagina 2 bevindt zich een tabel met de tien toewijsbare geheugenplaatsen.
Mocht u in het PEQ-menu parametrische equalizers hebben geactiveerd,
dan worden deze ook in deze tabel weergegeven. De reden hiervoor is dat de tien
mogelijke geheugenplaatsen betrekking hebben op de FBD's en op de PEQ's.
◊
Geactiveerde parametrische equalizers van de PEQ-module kunnen
in het Feedback Destroyer-menu (FBD) niet worden bewerkt.
Omgekeerd geldt hetzelfde.
Over het algemeen kunt u twee soorten Feedback-filters selecteren: de SNGL-
modus (Single Shot) en de AUTO-modus. Om een Feedback te lokaliseren deelt
de Feedback Destroyer het hele frequentieband (20 Hz tot 20 kHz) in 1/60
octaafbanden op en bepaalt de desbetreffende niveau's. De zo verkregen waarde
zet hij in relatie tot het niveau van het hele signaal. Het verschil tussen de twee
niveau's bepaalt, of er een filter wordt vastgezet. Zodra er een filter in de AUTO-
of SNGL-modus is geschakeld, worden er automatisch Feedback-frequenties
gezocht en de geactiveerde filters op deze frequenties gezet.
AUTO-modus
Bij microfoons die tijdens een optreden worden bewogen (bijv. zangmicrofonen)
kunnen er door de veranderende positie variërende Feedback-frequenties
optreden. Deze soort terugkoppelingen dient u met de AUTO-modus te
onderdrukken. Een filter in de AUTO-modus zoekt zelfstandig de ideale instelling
voor de parameters om feedbacks te onderdrukken. Bij een verandering in de
frequentie van de Feedback zijn AUTO-filters in staat, de Feedback-frequentie te
volgen en deze te onderdrukken. Daarbij wordt de optimale frequentie gekozen
en het filter zo smal mogelijk geconfigureerd, zodat het signaal hiervan zo weinig
mogelijk hinder ondervindt. Wanneer alle filters zijn bezet, wordt het filter
dat zich op de oudste Feedback-frequentie bevindt vrijgegeven, om "nieuwe"
Feedback te onderdrukken. Wanneer er heel dicht naast of in een reeds bekende
frequentie Feedback optreedt, dan wordt het bestaande filter qua parameters
aangepast, d.w.z. dat de bandbreedte of de verlaging wordt vergroot.
SNGL-modus
Een filter in de SNGL (Single Shot)-modus werkt, onderzoekt het muzieksignaal
ook zelfstandig op Feedbacks. Spoort het een Feedback op, dan configureert
het filter zichzelf op de ideale instelling voor de parameters om de Feedback-
frequentie te onderdrukken. In tegenstelling tot de AUTO-modus wordt het
filter vervolgens op de gevonden frequentie gefixeerd (LOCK FBD), waarbij de
breedte en diepte van het filter overigens wel continue aan de Feedback worden
aangepast. De breedte wordt groter als de Feedback-frequentie iets verschuift.
De verlaging wordt overeenkomstig groter, als de Feedback nog steeds
optreedt. Om opnieuw optreden tegen te gaan, wordt de vermindering niet
ingetrokken. Zodoende is deze modus uitstekend geschikt voor het onderdrukken
van constante Feedback-frequenties, die bij vast geïnstalleerde microfoons
kunnen ontstaan.
Met behulp van de LOCK FBD-functie links onderin het display (B-toets)
kunt u de frequentie van de SNGL-filters handmatig vergrendelen (SNGL ).
Dit zorgt ervoor, dat dit filter alleen nog qua bandbreedte en verlaging
veranderd kan worden. Met de UNLOCK FBD-functie (B-toets) kunt u de filters
weer ontgrendelen.
Afb. 3.10: Het FBD-menu (pagina 3)
Op de derde pagina staan drie extra dynamiekparameters die voor alle
FBD-filters gelden.