13
ULTRACURVE PRO DEQ2496 Gebruiksaanwijzing
3.7 Het BYPASS-menu
Het BYPASS-menu bestaat uit een pagina, waar men een aantal BYPASS-
instellingen kan selecteren, om er directe klankvergelijkingen mee uit te voeren.
Afb. 3.24: Het BYPASS-menu
In de DUAL MONO-modus activeert u door een druk op het betreffende
Datawheel de Relais-Bypass voor de linker (boven: BYPASS LEFT) of voor de
rechter stereokant (onder: BYPASS RIGHT). Zodoende wordt de betreffende
analoge ingang van het apparaat direct aan de overeenkomstige analoge uitgang
gekoppeld en de modules worden omzeild. In de STEREO LINK-modus worden
met behulp van het bovenste en het onderste Datawheel de modules van beide
kanten tegelijkertijd gedeactiveerd zodat het onbewerkte ingangssignaal te
horen is (BYPASS ALL).
◊
Wanneer u de BYPASS-toets iets langer indrukt, worden zowel in de
DUAL MONO- als in de STEREO LINK-modus, de Bypass-relais van beide
kanalen ingeschakeld.
Door aan het grote Datawheel te draaien kunt u aparte modules selecteren,
die u dan door op het rad te drukken uit de signaalroutering haalt. Hetzelfde kunt
u bewerkstelligen door van de B-toets (BYPASS MODULE) gebruik te maken.
Houdt u deze toets langere tijd ingedrukt, dan worden alle BYPASS-instellingen
teruggezet. Door langere tijd op de overeenkomstige moduletoetsen (GEQ,
PEQ etc.) te drukken, kan de Bypass voor aparte modules worden geactiveerd
c.q. gedeactiveerd.
◊
Denkt u er alstublieft aan, dat de WIDTH-functie (Stereo Imager) in de
DUAL MONO-modus niet kan worden geactiveerd, en daarom in het
BYPASS-menu ook niet wordt weergegeven.
3.8 Het RTA-menu (Real-time Analyzer)
De ULTRACURVE PRO DEQ2496 beschikt over een FFT Real-time Analyzer waarmee
alle frequentiebereiken (61 banden) grafisch kunnen worden weergegeven.
Bovendien vindt u in dit menu een AUTO EQ-functie (AEQ) voor automatische
correctie van het frequentiekarakteristiek (zie par. 3.8.1).
Afb. 3.25: Het RTA-menu (pagina 1)
Op de eerste pagina kiest u met de A-toets het ingangssignaal voor de Analyzer.
Deze instellingen zijn hetzelfde als die in het I/O-menu op pagina 3. U kunt
kiezen tussen MAIN IN c.q. DIG IN (L + R IN), MAIN OUT (L + R OUT), AUX. OUT/
DIG. OUT (L + R DIGOUT) en RTA IN (MIC/LINE). Deze instelling geschiedt
met de A-toets. Door lang op de toets te drukken bepaalt u, of alleen het linker,
het rechter of het volledige ingangssignaal door de Analyzer wordt weergegeven
(dit geldt niet wanneer RTA IN is geselecteerd).
In de instelling RTA MIC/LINE IN wordt het signaal van de RTA/MIC-ingang
weergegeven (zie par. 3.11).
Met de parameter MAX. kunt u al naar gelang de hoogte van het signaalniveau
een sectie van het gehele niveauspectrum selecteren, die dient te worden
weergegeven (bovenste Datawheel). De ingestelde dB-waarde (0 tot -60 dB)
beschrijft dan de bovengrens van de weergave. Met een druk op de regelaar
activeert u de AUTO-functie, waarop de MAX.-waarde zich afhankelijk van
het volume van het signaal nu zelf automatisch optimaal afregelt. Met de
RANGE-parameter kunt u met het onderste Datawheel de weer te geven
dynamiekomvang in vier trappen bepalen (15, 30, 60 of 90 dB). Uitgaande van de
gekozen MAX-waarde wordt dan een overeenkomstig groot dynamisch bereik
daaronder weergegeven.
Via de LEVEL- c.q. PEAKH-parameter kan vervolgens met het grote Datawheel
elk van de 61 frequentiebanden worden geselecteerd, om het actuele volume
(LEVEL) of de PEAK-waarde van de ingestelde frequentie weer te laten geven.
De cursor-pijlen boven en onder de voorstelling markeren het momenteel
geselecteerde frequentiebereik. Het volume van het hele signaal wordt op de
LEVEL-meter links naast de RTA-weergave aangegeven.
Afb. 3.26: Het RTA-menu (pagina 2)
Op de tweede pagina van het RTA-menu kunt u met de A-toets (RATE) in vier
trappen de teruglooptijd instellen (FAST, MID, SLOW en AVRG). In de instelling
FAST, MID of SLOW werkt de RTA van de DEQ2496 met Peak-detectoren.
In de AVRG-instelling daarentegen, worden de gemiddelde waarden van de
signaalniveau's weergegeven. De Analyzer werkt dan heel langzaam. Met de
B-toets kunt u bij PEAK in vijf trappen bepalen, hoe snel de weergave van de
niveaupieken weer wegsterft (FAST, MID, SLOW, HOLD en OFF). In de instelling
HOLD blijven de maximale waarden van de frequentiebanden staan. Houdt
u de B-toets slechts circa een seconde lang ingedrukt, dan worden de eerder
"bevroren" niveaupieken teruggezet en kunnen opnieuw worden berekend.
◊
Heeft u bij PEAK de instelling HOLD gekozen, dan verandert de
aanduiding van de LEVEL-parameter in PEAKH.
Afb. 3.27: Het RTA-menu (pagina 3)
Mocht u een grotere weergave van de RTA-grafiek wensen, gaat u dan naar
pagina 3. Hier wordt alleen de Analyzer over het hele scherm weergegeven.
Toch kunnen alle andere functies van pagina 2 noch steeds worden bewerkt
(RATE, PEAK enz.).
3.8.1 De AUTO EQ-functie (AEQ)
Binnen het RTA-menu (pagina 1) is er een AUTO EQ-functie, waarmee een
automatische kalibratie en frequentiecorrectie wordt geboden. Deze module
bestaat uit weer drie pagina's. Let er alstublieft op, dat u bij het gebruik van
de AEQ-functie een meetmicrofoon op de RTA/MIC-ingang dient te hebben
aangesloten (zie par. 3.11).
Afb. 3.28: Het AEQ-menu (pagina 1)
Pagina 1 komt qua opmaak en functies met het GEQ-menu overeen (zie par. 3.2.1).
Hier bepaalt u handmatig de doelcurve, die de automatische frequentiekarakteristiek-
correctie dient te volgen bij het overeenkomstige in- of uitgangssignaal. Wanneer u de
curve heeft ingesteld, gaat u alstublieft naar pagina twee van het AEQ-menu.