12
ULTRACURVE PRO DEQ2496 Gebruiksaanwijzing
DUMP ALL (B-toets)
De gehele geheugeninhoud (alle Presets) van de DEQ2496 kan via MIDI naar een
andere DEQ2496 of een computer met MIDI-interface worden overgezet.
◊
LET OP: Wordt er een volledige geheugeninhoud ontvangen,
dan worden de aanwezige instellingen overschreven! Alle opgeslagen
Presets blijven behouden.
◊
Meer informatie betreffende MIDI vindt u in de paragrafen 5.1
"MIDI-aansluitingen" en 7.1 "MIDI-implementatie".
3.6 Het I/O-menu
In dit menu bepaalt u op de eerste drie pagina's in- en uitgangsconfiguraties.
Op de vierde pagina configureert u de Delay-functie, waarmee de
uitgangssignalen vertraagd kunnen worden. Zo kunnen looptijdverschillen
worden opgeheven, die bijvoorbeeld bij het gebruik van meerdere
luidsprekertorens ontstaan die op grote afstand van elkaar zijn opgesteld.
Afb. 3.20: Het I/O-menu (pagina 1)
Op de eerste pagina selecteert u de ingangsbron voor de DEQ2496 met
het grote Datawheel. U kunt kiezen tussen de analoge MAIN IN-ingang,
de digitale ingangen (DIGITAL XLR of DIGITAL OPT) en de geïntegreerde PINK
NOISE-Generator. Met de parameter NOISE GAIN stelt u het volume van de
ruisgenerator in (onderste Datawheel). Het waardebereik ligt tussen -60 en
0 dB. Met het bovenste Datawheel bepaalt u onder CLOCK de Sample-rate
waarmee het apparaat werkt. Wanneer de digitale ingang is gekozen,
kan de Sample-frequentie niet worden veranderd, omdat het apparaat zich
naar de Sample-frequentie van het ingangs signaal richt. Is de PINK NOISE-
generator actief, dan worden de modules DEQ en DYN – echter niet de
LIMITER – uitgeschakeld.
Afb. 3.21: Het I/O-menu (pagina 2)
Voor de AUX-uitgang en de digitale uitgangen kunt op de tweede menu-pagina
de signaalbron bepalen. U kunt kiezen tussen het onbewerkte ingangssignaal
(MAIN IN c.q. DIG. IN), het bewerkte signaal achter de grafische en parametrische
equalizers (BEHIND GEQ/PEQ), het bewerkte signaal achter de equalizers en de
Dynamics-module (DYN), of het bewerkte signaal achter alle modules, dus achter
de Stereo Imager-module (BEHIND WIDTH).
Selecteer met de A-toets het Consumer-formaat (S/PDIF) of het professionele
digitale formaat (AES/EBU) Met het bovenste Datawheel kunt u de resolutie
DITHER bepalen (OFF, 24 bits, 20 bits en 16 bits). De NOISE SHAPER-functie,
die via de B-toets geactiveerd wordt, reduceert de door "Dithering" veroorzaakte
ruis tot op een minder waarneembaar bereik.
◊
Als de aangesloten SAMPLERATE niet met die van de DEQ2496
overeenkomt, verschijnt in dit veld de mededeling UNLOCKED.
Vervolgens worden de uitgangen van de DEQ2496 stilgeschakeld.
Afb. 3.22: Het I/O-menu (pagina 3)
Op de derde pagina bepaalt u het ingangssignaal voor de Real-time Analyzer.
Hier kunt u kiezen tussen MAIN IN (c.q. DIG.IN), MAIN OUT, AUX OUT/
DIG. OUT (XLR en optische) en de RTA/MIC-ingang. Wanneer u een RTA-
microfooningang heeft gekozen, kunt u met de A-toets de ingangsgevoeligheid
tussen MIC en LINE omschakelen. Met de B-toets kunt u de fantoomvoeding voor
de condensatormicrofoons inschakelen (MIC +15 V), als de ingangsgevoeligheid
op MIC is gezet.
Afb. 3.23: Het I/O-menu (pagina 4)
De ULTRACURVE PRO DEQ2496 biedt u op de vierde pagina van het I/O-menu
de mogelijkheid, of het MAIN-uitgangssignaal of het AUX-signaal te vertragen.
Dit is zinvol wanneer bijv. aangesloten luidsprekers door een ruimtelijke afstand
uit het verband staan tegenover elkaar en zich er op grond daarvan hoorbare
looptijdverschillen en/of fase-uitvalmomenten voordoen.
Met de A-toets selecteert u de linker of de rechter stereokant. Ongeacht de
STEREO LINK-modus kunnen hier beide kanten gescheiden van elkaar bewerkt
worden. Als u de toets langere tijd ingedrukt houdt, kunt u beide kanten
tegelijk bewerken. Met de B-toets bepaalt u, of het MAIN- of het AUX-signaal
bewerkt moet worden. Houdt u deze toets ingedrukt, dan worden de Delay-
instellingen teruggezet.
Met het bovenste Datawheel bepaalt u, in welke eenheid de Delay-instellingen
dienen te worden ingevoerd. U kunt kiezen uit milli secondes (0 - 300 ms),
feet (0 - 338,20 ft) of meters (0 - 103,08 m). Heeft u voor de eenheden feet
of meter gekozen, dan kunt u met het onderste Datawheel de heersende
temperatuur in °Fahrenheit of °C instellen, zodat een optimale Delay wordt
verkregen (TEMP.). Dit is nodig, omdat de geluidssnelheid sterk door de
heersende temperatuur wordt bepaald. Zo bedraagt deze snelheid 343,6
m/s bij 20 °C kamertemperatuur. Wordt de temperatuur hoger, dan stijgt
de geluidssnelheid met 0,6 m/s per °C.
Met het grote Datawheel regelt u nu, al naar gelang het geselecteerde kanaal,
de rechter of de linker stereozijde van het uitgangssignaal af (DELAY LEFT en
DELAY RIGHT) of beide tegelijk. Door op deze regelaar te drukken kunt u tussen
een grove en een fijne instelling kiezen.
◊
Door het gebruik van de AUX-uitgang, heeft u de mogelijkheid
tegelijk het vertraagde en het niet-vertraagde signaal uit te voeren.
Zo bent u zonder extra apparatuur in staat een Delay Line op te zetten
(zie ook par. 4.4).