17
ULTRACURVE PRO DEQ2496 Gebruiksaanwijzing
Wanneer u het systeem zo exact mogelijk op de gewenste overdrachtcurve
heeft ingesteld, loopt u het hoorbereik af, om van alle kanten een auditieve
indruk te krijgen. Vergeet niet tijdens de luistertests pauzes in te lassen en
verschillende muziek- of spraakprogramma's over te dragen, om zo gevoel voor
het overdrachtgedrag van de installatie en ook voor de ruimte te krijgen.
Goede equalizer-instellingen vragen om veel tijd en geduld! Moet u van
extreme instellingen gebruik maken om een bruikbaar frequentiekarakteristiek
te verkrijgen, dan is dit een alarmsignaal voor een zware fout in de
versterkingsinstallatie of de ruimte-akoestiek.
Een equalizer is geen oplossing voor problemen van slechte geluidsinstallaties,
maar is een uiterst nuttig en effectief klankwerktuig inzake de muzikale
fijnafregeling. Door de fijnafregeling kunnen vaak verbazende verbeteringen op
het gebied van de akoestische transparantie en in de hele klankkwaliteit van een
installatie worden bereikt.
4.2 Gebruik van de ULTRACURVE PRO
in de studio
In de studio zijn er ontelbare toepassingsmogelijkheden voor de DEQ2496.
Laat uw fantasie de vrije loop. Hier slechts enkele voorbeelden voor het omzetten
van digitale en analoge signalen.
Als equalizer voor de afluisterluidsprekers: Afgezien van de gebruikelijke
grafische correctie (GEQ) kunnen de parametrische filters (PEQ) effectief voor de
onderdrukking van smalbandige resonanties worden gebruikt. Bovendien kan de
DEQ2496 als A/D- en D/A-omzetter dienst doen.
Als equalizer voor het Mastering: Door de Stereo-Couple-functie hoeft u alle
instellingen in de grafische equalizer slechts een enkele keer in te voeren.
Ook hier kunnen de extra parametrische filters bijzonder effectief en goed
gedoseerd worden gebruikt. Via de AES/EBU-in- en uitgangen (optioneel) kunt u
een klankbewerking uitvoeren, zonder het digitale niveau te verlaten.
Voor de algemene klankbewerking: De mogelijkheid, programma's via MIDI om
te schakelen en ze allemaal via MIDI-controllers te veranderen, zorgen ervoor
dat de ULTRACURVE PRO gecombineerd met een MIDI-sequencerprogramma
bijzonder flexibel is. Zo kunnen instellingen tijdens een Mixdown worden
veranderd en toch steeds reproduceerbaar blijven.
5. Aansluitingen
5.1 MIDI-aansluitingen
De DEQ2496 beschikt over een geïntegreerde MIDI-interface, waarmee MIDI-
data kunnen worden gezonden en ontvangen. Zo kan het apparaat optimaal in
opnamestudio's worden geïntegreerd en door middel van de sequencer van uw
computer worden bestuurd.
De MIDI-aansluitingen aan de achterkant van het apparaat zijn voorzien van de
internationaal genormeerde 5-polige-DIN-bussen. Om de ULTRACURVE PRO met
andere MIDI-apparatuur te kunnen verbinden heeft u een MIDI-kabel nodig.
MIDI IN: Deze aansluiting dient voor de ontvangst van MIDI-besturingsdata.
Het ontvangstkanaal wordt in het UTILITY-menu ingesteld.
MIDI THRU: De MIDI THRU-bus geeft het binnenkomende MIDI-signaal
onveranderd door. Zo kunnen meerdere ULTRACURVE PRO's met elkaar
verbonden worden.
MIDI OUT: Via MIDI OUT kunnen data naar een aangesloten computer of naar
andere ULTRACURVE PRO's worden gestuurd. Er worden programmagegevens en
statusinformatie voor de signaalverwerking doorgestuurd.
5.2 Analoge aansluitingen
De BEHRINGER ULTRACURVE PRO DEQ2496 beschikt standaard over elektronisch
gesymmetreerde in- en uitgangen. Het schakelconcept heeft een automatische
bromonderdrukking bij symmetrische signalen en werkt zelfs bij de hoogste
niveau's zonder problemen. Extern geïnduceerde netbrom etc. wordt zo
effectief onderdrukt. De servofunctie werkt ook automatisch en herkent
asymmetrische aansluitingen en schakelt het nominale niveau intern om,
zodat er geen niveauverschillen optreden tussen het in- en het uitgangssignaal
(6-dB-correctie).
◊
Zorgt u er alstublieft voor dat het apparaat uitsluitend door ter
zake kundige personen aangesloten en bediend wordt. Tijdens en
na het aansluiten dient men altijd op voldoende aarding van de
persoon / personen die met het apparaat bezig is / zijn te letten,
elektrostatische ontladingen e.d. kunnen de bedrijfseigenschappen
anders nadelig beïnvloeden.
Balanced use with XLR connectors
2
1
3
input
1 = ground/shield
2 = hot (+ve)
3 = cold (-ve)
1
2
3
output
For unbalanced use, pin 1 and pin 3
have to be bridged
Afb. 5.1: XLR-verbindingen
Unbalanced ¼" TS connector
strain relief clamp
sleeve
tip
sleeve
(ground/shield)
tip
(signal)
Afb. 5.2: 6,3-mm-monoklinkerstekker