Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controles Vóór Eerste Inbedrijfstelling; Aansluitposities - Kampmann KaDeck Montagehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor KaDeck:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 17
1) Boor vier bevestigingsgaten (zie boorafstanden) in het dragende plafond, plaats de
pluggen en monteer de betreffende M8 schroefdraadstangen.
2) Bevestig de schroefdraadstangen aan de betreffende vier bevestigingsconsoles van het
apparaat met M8 spatbordring en moer en draai deze vast (met zelfborgende moer of
contramoer).
3) Demonteer de designplaat om de toevoerleidingen te kunnen aansluiten:
4) Open de designplaat door aan de inkepingen te trekken.
5) Druk de borgplaat naar binnen om de designplaat te ontgrendelen en volledig te ope-
nen. LET OP: De designplaat mag bij het openen/verwijderen een openingshoek van
90° NIET overschrijden om beschadiging te voorkomen!
6) Ontgrendel de scharnieren links en rechts door eraan te trekken en verwijder dan de
designplaat.
25
4.4

Aansluitposities

2-weg ventiel en drukverschilonafhankelijk
ventiel tot 420 l, 2-pijps
Verwarmen of koelen
Drukverschilonafhankelijk ventiel groter dan 420 l,
2-pijps
Verwarmen of koelen
Aansluitposities
Aanvoer koelen (bij 2-pijps ook ver-
1
warmen)
Retour koelen (ook verwarmen)
3
5
Retour verwarmen
2-weg ventiel en Drukverschil-onafhankelijk
ventiel tot 420 l, 4-leiding
Verwarmen en koelen
Drukverschilonafhankelijk ventiel groter dan 420 l,
4-pijps
Verwarmen en koelen
Retour koelen (bij 2-pijps ook verwar-
2
men)
Aanvoer verwarmen
4
6
Retour verwarmen
5
Controles vóór eerste inbedrijfstelling
Tijdens de eerste inbedrijfstelling moet ervoor worden gezorgd dat aan alle noodzakelijke vereis-
ten is voldaan, zodat het apparaat veilig en volgens de voorschriften kan functioneren.
Elektrische controles
Controleer of alle kabels correct zijn aangelegd.
Controleer of alle kabels de vereiste diameter hebben.
Controleer of alle aders volgens de elektrische aansluitschema's zijn aangesloten.
Controleer of de beschermingsleiding ononderbroken is aangesloten en bedraad.
Controleer of de storingsmeldcontacten van de EC-ventilatoren correct zijn aangesloten (bij
meerdere apparaten, verbreekcontacten in serie).
Controleer of alle externe elektrische aansluitingen en klemaansluitingen goed vastzitten en
haal deze, indien nodig, aan.
Waterzijdige controles
Controleer of alle aanvoer- en afvoerleidingen goed zijn aangelegd.
Vul de leidingen en het apparaat met water en ontlucht deze.
Controleer of alle ontluchtingsschroeven gesloten zijn.
Voer een lektest uit (afdrukken en visuele inspectie).
Controleer of een doorspoelreiniging van de watervoerende delen is uitgevoerd.
Controleer of eventuele bouwzijdig afsluiters geopend zijn.
Controleer of een eventueel elektrisch aangestuurde afsluiter correct is aangesloten.
Controleer of alle kleppen/ventielen en stelaandrijvingen goed werken (let op de toegestane
inbouwpositie).
Condensaataansluiting
Controleer of de condensaatbak geen bouwafval bevat.
Controleer de condensaatafvoer en verwerking van de alarmmelding bij de condensaat-
pomp.
Controleer of het koelventiel bij een alarmmelding uitschakelt.
Controleer of het apparaat correct en zonder lekkage op de bouwzijdige condensaataanslui-
ting is aangesloten.
Controleer of de afvoerleidingen gereinigd en met voldoende afschot zijn aangelegd.
Controleer of de aanwezige condensaatpomp van stroom wordt voorzien.
KaDeck
Montagehandleiding
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave