Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud DualSun SPRING
7. Buitenbedrijfstelling van de installatie
Voordat u iets aan het apparaat / de installatie doet, moet u de stroomtoevoer en injectie onderbreken (bijvoor-
beeld via de juiste zekering of een algemene schakelaar) en elke nieuwe inbedrijfstelling voorkomen.
Zorg er bij elke interventie waarbij de controllers worden gedemonteerd voor dat de interne componenten
waarschijnlijk geen ontlading van statische elektriciteit veroorzaken.
Een module verwijderen [53]
Hydraulische uitschakeling [53]
Buitenbedrijfstelling van de installatie [53]
7.1. Een module verwijderen
Als een module moet worden gedemonteerd, moet de volgende procedure worden gevolgd:
• Tap de installatie of de hydraulische leiding af
• Schakel het elektrische circuit stroomopwaarts en stroomafwaarts van de omvormer uit.
• Risico op elektrische schokken. Raadpleeg hiervoor de handleiding van de fabrikant van de omvormer / mi-
cro-omvormer. Hiervoor kan het nodig zijn om een bepaald ontkoppelingsgereedschap te gebruiken. Scheid
de module van zijn steun.
• Koppel de elektrische connectoren los.
• Koppel de aarding van de module los.
• Koppel de snelkoppeling los van de koppelingen tussen de panelen, zie
• Als de te verwijderen module de laatste module in het hydraulische veld is, moet de temperatuursonde
worden verwijderd, zie
Paneel temperatuursonde [50]
7.2. Hydraulische uitschakeling
Voor SPRING-modules kunnen de DualQuickfit-snelkoppelingen, zodra de installatie is geleegd, worden gede-
monteerd met een speciale tang, die wordt geleverd in de essentiële kit.
7.3. Afval Verwerking
Bij het verwerken van afval van een gebruikt DualSun-systeem moeten de toepasselijke regionale en nationale
voorschriften in acht worden genomen.
DualSun is lid van PV Cycle.
Hydraulische uitschakeling [53]
53