Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud DualSun SPRING
3. Mechanische installatie
DualSun-modules installeren [13]
Montage specificaties [15]
LET OP
Het beheer en de installatie van DualSun-panelen en de apparatuur waaruit de volledige
installatie bestaat, moet worden uitgevoerd door opgeleid en gekwalificeerd personeel. Het
systeem moet worden gemonteerd en bediend in overeenstemming met de verstrekte instruc-
ties, in overeenstemming met de lokale en nationale gezondheids- en veiligheidsvoorschriften
en risicopreventie-voorschriften.
Tijdens de montage en bediening van het systeem mag zich geen onbevoegde persoon
op het dak of rond de installatie bevinden.
3.1. DualSun-modules installeren
DualSun-panelen kunnen zowel staand als liggend worden geïnstalleerd.
DualSun biedt niet het montagesysteem voor het bevestigen van de modules op het dak: raadpleeg de installa-
tie-instructies van het gekozen montagesysteem om de modules te installeren, zowel voor een geïntegreerde
als voor een over elkaar geplaatste installatie, in landschap of portret.
OPMERKING
De lijst met montagesystemen die compatibel zijn met DualSun-modules is beschikbaar in het
document "Montagesystemen compatibiliteit" in onze
LET OP
Zelfs als de zonnestraling laag is, produceert het fotovoltaïsche systeem gelijkstroom (DC).
Deze gelijkstroom stroomt van de module naar de omvormer, behandel de module of aanslui-
tingen niet zonder bescherming.
De modules zijn gekwalificeerd voor gebruik in klasse II en voldoen aan de normen IEC / EN
61215-2 en IEC / EN 61730-1. Deze normen hebben betrekking op PV-modules voor gebruik
op gebouwen of op grondconstructies.
Kunstmatig geconcentreerde zonnestraling mag niet op de module worden gericht.
De framedikte en -afmetingen van de DualSun-modules maken het tot modules die zich gemakkelijk aanpas-
sen aan eenvoudige installatiesystemen voor fotovoltaïsche panelen. dakbedekking.
online bibliotheek
13