Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud DualSun SPRING
a. Staande indeling
b. Liggende indeling
OPMERKING
Dak van plaatstaal met een golflengte van 333 mm: selecteer indien mogelijk een
afstand tussen de panelen van 16,67 mm voor xxxM-60-3BBP-modules en 20,67 mm
voor DSTxxxG1-360SBB5-modules en plaats het uiteinde van de module op 325 mm
van het midden van de golving kam. De positie van de modules zal dus identiek zijn
ten opzichte van de golftoppen over de gehele lay-out.
3. Controle van de routing van de hydraulische schakels
a. Routing loodrecht op de golvingen
Installatieconfiguraties 1 en 3, zie
Met de voorgaande punten kan worden gecontroleerd:
• de geleiding van de slangen loodrecht op de golvingen volgens de kenmerken van de slangen DN15
of DN26
• de hoogte van de modules,
• de positionering van de hydraulische schakels ten opzichte van de golvingen
b. Parallelle routing aan de golvingen
Installatieconfiguraties 2 en 4, zie
Afhankelijk van het montagesysteem kan routering door rails plaatsvinden. In dit geval is het mogelijk
om de hydraulische schakels onder of vanaf de zijkant van de rails te laten lopen. Er moet voor worden
gezorgd dat:
• De hoogte tussen de rails en het dakoppervlak is groter dan de buitendiameter van de flexibele
slangen aangegeven in
• De buigradius van de flexibele slang is groter dan de minimale buigradius om rails te vermijden, zie
karakteristieken van de hydraulische slangen aangegeven in
panelen ten opzichte van het dak [18]
• De rails bevinden zich op voldoende afstand van de hydraulische fittingen om te voldoen aan de mi-
nimale buigradii van de flexibele slangen binnen de toegestane bevestigingsgebieden, zie hoofdstuk
Installatiegebieden op de rails van het montagesysteem
i.
Rails vermijden in portret
Mogelijke legconfiguraties met hydraulische aansluitingen [19]
Mogelijke legconfiguraties met hydraulische aansluitingen [19]
hoofdstukVerhogen van de SPRING-panelen ten opzichte van het dak [18]
23
hoofdstukVerhogen van de SPRING-