Wachtwoorden gebruiken
Voor de meeste beveiligingsvoorzieningen wordt gebruikgemaakt van wachtwoorden. Wanneer u een
wachtwoord instelt, noteert u het wachtwoord en bewaart u deze notitie op een veilige plaats uit de buurt
van de computer. Let bij wachtwoorden op de volgende aandachtspunten:
●
Instel- en opstartwachtwoorden worden ingesteld in Computer Setup en beheerd door het systeem-
BIOS.
●
Wachtwoorden voor Windows kunnen uitsluitend worden ingesteld in het besturingssysteem
Windows.
●
Als u het instelwachtwoord vergeet dat u heeft ingesteld in Computer Setup, heeft u geen toegang
meer tot het hulpprogramma.
●
Als u de voorziening voor strenge beveiliging heeft geactiveerd in Computer Setup en het
beheerderswachtwoord of het opstartwachtwoord vergeet, is de computer niet meer toegankelijk
en dus niet langer bruikbaar.
●
Als u het opstartwachtwoord en het instelwachtwoord vergeet die u heeft ingesteld in het
hulpprogramma Computer Setup, is het niet meer mogelijk de computer in te schakelen.
U kunt hetzelfde wachtwoord gebruiken voor een functie van Computer Setup en een beveiligingsfunctie
van Windows. U kunt hetzelfde wachtwoord gebruiken voor meerdere functies van Computer Setup.
Gebruik de volgende tips voor het maken en opslaan van wachtwoorden:
●
Volg, bij het maken van wachtwoorden, de vereisten die zijn ingesteld door het programma.
●
Noteer uw wachtwoorden en bewaar deze op een veilige plaats uit de buurt van de computer.
●
Bewaar de wachtwoorden niet in een bestand op de computer.
In de volgende tabellen ziet u veelgebruikte wachtwoorden en de functie daarvan.
Wachtwoorden instellen in Windows
Windows-wachtwoorden
Beheerderswachtwoord
Gebruikerswachtwoord
Opstartwachtwoord gebruiken
Met het opstartwachtwoord van Computerinstellingen voorkomt u dat de computer wordt gebruikt door
onbevoegden. Wanneer dit wachtwoord is ingesteld, moet u dit wachtwoord elke keer opgeven als u
de computer aanzet.
38
Hoofdstuk 8 Beveiliging
Functie
Beveiligt de toegang tot een Windows-account op
beheerdersniveau.
Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount.