Functiecontrole van de roettestpomp
4
Functiecontrole van de roettestpomp
4.1
Meetkop en sonde
LET OP!
Zorg ervoor dat de meetkoppen schoon zijn.
Fig. 9: Meetkoppen
4.2
Dichtheid van de pomp
Een eerste vereiste voor een goede roettest is de dichtheid van de roettestpomp. Ga
als volgt te werk om te controleren op lekkage:
Houd de sondebuis dicht en trek de zuigerstang zo ver mogelijk naar buiten.
Na een wachttijd van ongeveer 3 seconden voor druknivellering moet de zuigerstang
(20) bijna volledig terugklikken in de pomp.
Trek de zuigerstang er weer uit.
De zuigerstang van een strakke pomp veert volledig terug en raakt de aanslag.
Als dit niet het geval is, controleer dan de volgende punten:
56
De zijklemmen moeten beide meetkoppen gas-
dicht bij elkaar houden.
De plugdoorvoer op de watervanger van de meet-
kopaansluiting (4) moet worden afgedicht met een
O-ring, net als de pluggen op het kleppendeksel.
Ga als volgt te werk om de functie te controleren:
Trek de zuigerstang (20) uit de pomp.
•
Houd de sondepunt in het water.
•
Duw de zuigerstang terug in de pomp.
•
Er mogen geen luchtbellen uit de punt van de
sonde komen.
De klepplaat (14) mag niet vervormd zijn en moet
met de hielzijde op de roestvrijstalen veer (12)
rusten. Beide delen moeten vrij zijn en mogen niet
gekanteld zijn in de klepzitting (24).