6. Bij storing
6.2
Problemen en oplossingen
Probleem
Er is geen sanitair warm water.
De radiatoren zijn koud.
De ketel werkt niet.
De waterdruk is te laag (< 1 bar).
Grote temperatuurschommelingen
van het sanitair warm water.
27
Mogelijke oorzaak
De ketel werkt niet.
De SWW functie is
uitgeschakeld.
De waterdruk is te laag (< 1
bar).
De spaardouchekop laat te
weinig water door.
De richttemperatuur voor de
verwarming is te laag.
De verwarmingsfunctie is
uitgeschakeld.
De radiatorkranen zijn niet open. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten
De ketel werkt niet.
De waterdruk is te laag (< 1
bar).
De richttemperatuur voor de
verwarming is te laag.
De ketel werkt niet.
De waterdruk is te laag (< 1
bar).
De ketel staat op storing.
De gasdruk is te laag.
Te weinig water in de cv-
installatie.
Waterlekkage.
Te weinig watertoevoer.
MCR 24 MCR 24/28 MI MCR 30/35 MI MCR 34/39 MI
Oplossing
Controleer of er spanning op de ketel staat.
4
Controleer de zekeringen en de schakelaars.
4
Controleer of de gaskraan goed geopend is.
4
Schakel de functie SWW in.
¼ Zie hoofdstuk: "De sanitair warm
waterproductie uitschakelen", pagina 16.
De installatie bijvullen met water.
hoofdstuk: "Vullen van de installatie", pagina
20.
Maak de douchekop schoon of vervang hem.
Verhoog de waarde van de parameter p1 of, indien
een kamerthermostaat is aangesloten, de temperatuur
hiervan.
¼ Zie hoofdstuk: "De
verwarmingstemperatuur wijzigen", pagina 13.
Schakel de verwarmingsfunctie in.
¼ Zie hoofdstuk: "De centrale verwarming
uitschakelen of de zomermodus inschakelen",
pagina 15.
radiatoren.
Controleer of er spanning op de ketel staat.
4
Controleer de zekeringen en de schakelaars.
4
Controleer of de gaskraan goed geopend is.
4
De installatie bijvullen met water.
hoofdstuk: "Vullen van de installatie", pagina
20.
Verhoog de waarde van de parameter p1 of, indien
een kamerthermostaat is aangesloten, de temperatuur
¼ Zie hoofdstuk: "De
hiervan.
verwarmingstemperatuur wijzigen", pagina 13.
Controleer of er spanning op de ketel staat.
4
Controleer de zekeringen en de schakelaars.
4
Controleer of de gaskraan goed geopend is.
4
De installatie bijvullen met water.
hoofdstuk: "Vullen van de installatie", pagina
20.
Druk 2 seconden op de Reset-knop.
4
Corrigeer de storing, indien mogelijk.
4
hoofdstuk: "Storingscodes", pagina 25.
De gaskraan openen.
De installatie bijvullen met water.
hoofdstuk: "Vullen van de installatie", pagina
20.
Neem contact op met de installateur.
Open de kraan.
26/07/2010 - 300015863-001-B
¼ Zie
¼ Zie
¼ Zie
¼ Zie
¼ Zie