De vermogensstand wijzigen
Selecteer de kookzone en regel de gewenste
vermogensstand in de programmeerzone.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en stel af op
programmeerzone. De kookzone wordt uitgeschakeld
en de restwarmte-indicator verschijnt.
Aanwijzingen
Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
■
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand
knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Als er een pan op de kookzone staat voordat de
■
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden
gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken
van de hoofdschakelaar en zal de kookzone
automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra
deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen
20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
Smelten
Chocolade, couverture
Boter, honing, gelatine
Opwarmen en warmhouden
Eenpansgerecht, bijv. linzenschotel
Melk*
Worstjes in water verwarmen*
Ontdooien en opwarmen
Spinazie, diepvries
Goulash, diepvries
Gaarstoven, zachtjes laten koken
Aardappelballetjes*
Vis*
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus
Geklopte sauzen, bijv. bearnaisesaus, hollandaisesaus
* Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.
in de
‹
Kookadvies
Advies
Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
■
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
■
Bij de bereiding met deksel de kookstand
■
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
■
gesloten houden.
Voor het koken met de snelkookpan de
■
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
■
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
■
rokende olie te worden voorkomen.
Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
■
elkaar klaarmaken in kleine porties.
Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
■
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
■
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"
Bereidingstabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de
kwaliteit van de gerechten variëren.
Apparaat bedienen
Kookstand
Bereidingstijd
(min.)
1 - 1.
-
1 - 2
-
1. - 2
-
1. - 2.
-
3 - 4
-
3 - 4
15 - 25
3 - 4
35 - 55
4. - 5.
20 - 30
4 - 5
10 - 15
1 - 2
3 - 6
3 - 4
8 - 12
11
nl