16
4.
Veiligheidssystemen
Als de elektronica een fout herkent, wordt het water meteen afgepompt. Daarna wordt er een fout
aangetoond en het apparaat wordt uitgeschakeld. Het apparaat kan pas opnieuw worden gestart
als de fout is opgelost.
4.1
Kinderveiligheid
Na het starten van het programma is het programma vergrendeld (geblokkeerd). Een kind kan alleen het
apparaat uitschakelen, maar geen ander programma kiezen.
4.2
Waterpeilregeling
4.2.1
Te weinig water
De flowmeter en de waterindicator bewaken tijdens het gehele programma het waterpeil.
Als er te weinig water in het apparaat is, wordt de circulatiepomp instabiel, wat via de waterindicator aan
de elektronica wordt doorgegeven. Dat en ook een waterverlies leiden tot een foutmelding en stilstand
van het apparaat.
4.2.2
Te veel water
De elektronica telt de signalen van de flowmeter. Als er meer signalen komen dan voorzien, wordt de
toevoerklep gesloten en gaat het apparaat over in foutmodus.
Als ook dit systeem faalt, wordt het overlopende water in de bodemkuip geleid, waar de
vlotterschakelaar de klep uitschakelt en de loogpomp inschakelt.
4.3
Oververhitting
De temperatuur wordt met een NTC gemeten (in de opvangbak geïnstalleerd). De NTC wordt tijdens de
gehele verwarmingsfase in twee versies gecontroleerd:
•
Is de weerstand te klein of te groot, gebeurt er een foutmelding en het apparaat stopt.
•
Als de gegevens van de temperatuurstijging bij het verwarmen niet correct zijn, wordt de
verwarming niet meer aangestuurd; het apparaat stopt en de fout wordt na ca. 25 min.
aangetoond.
(Normaal bij 2050 W verwarming = 1,8 °C/min)
Ter beveiliging van de verwarming zijn aan de verwarming een veiligheidsthermostaat en een zekering
aangebracht. Als de watertemperatuur in het verwarmingselement te sterk stijgt (> 85°C), schakelt de
veiligheidsthermostaat de verwarming uit.
Als het water is afgekoeld, wordt de veiligheidsthermostaat automatisch weer ingeschakeld en de
verwarmingscyclus start opnieuw. Doorstroomverwarmer en veiligheidsthermostaat zijn enkel compleet
als een reservedeel leverbaar.
Servicehandboek IGV 645.0
Aleen voor intern gebruik