Sluit het apparaat alleen op
wisselstroom en op een
geaard stopcontact aan.
Gebruik voor de verlenging
van de stroomkabel uitslui-
tend een geaarde verlengka-
bel met een minimale kabel-
diameter van 1,5 mm
Gebruik bij een kabellengte
van 20 tot 50 meter een
kabeldiameter van 3 x 2,5
mm2. De aansluitkabel moet
regelmatig worden gecon-
troleerd op tekenen van
beschadiging of slijtage.
Voor het apparaat moet een
aardlekschakelaar (ALS) met
een activeringsstroom van
maximaal 30 mA worden
gebruikt. Neem hiervoor
contact op met uw elektro-
installateur!
Haal de stekker van de
stroomkabel uit het stop-
contact:
- in geval van storingen tij-
dens gebruik
- voor elke reiniging
- na gebruik
2.3 Veiligheidsaanwijzingen voor
de bediening van het apparaat
WAARSCHUWING!
LEVENSGEVAAR DOOR
ELEKTRISCHE SCHOKKEN!
Er bestaat levensgevaar als
het onder spanning staande
apparaat in contact komt met
water! Volg daarom de vol-
gende veiligheidsaanwijzin-
gen:
Het apparaat niet in water
onderdompelen of met
water besproeien of reini-
gen. Het apparaat moet
tegen elke vorm van vocht
worden beschermd. Haal
onmiddellijk de stekker van
de stroomkabel uit het
2
!
stopcontact als het appa-
raat per ongeluk in het
water valt.
Grijp niet in het water als
het apparaat nog is aange-
sloten!
NOOIT met stalen tanden
(J) de verlengkabel klem-
men!
Respecteer de volgende vei-
ligheidsvoorzorgsmaatrege-
len om verwondingen en
materiële schade door
misbruik of onvakkundige
omgang met het product te
vermijden.
Misbruik kan VERWONDIN-
GEN veroorzaken.
Gebruik het apparaat uit-
sluitend overeenkomstig
het correcte gebruik!
Gebruik het apparaat uit-
sluitend binnen het aange-
geven vermogenbereik.
Vóór elk gebruik van het
apparaat moet u de perfec-
te staat van het apparaat
controleren. U mag het
apparaat niet gebruiken
wanneer:
46
LET OP! VERWONDINGS-
GEVAAR BIJ BEDIENING!