❸ Onderhoud
3.1 I Overwintering
• Hoewel het apparaat het hele jaar door kan worden gebruikt, is het gebruik tijdens de
wintermaanden niet voorzien. Een correcte overwintering is noodzakelijk om te vermijden dat
de condensor wordt beschadigd. De schade veroorzaakt door een niet-geschikte overwintering
van het apparaat wanneer dit niet wordt gebruikt, valt niet onder de garantie.
• Om schade aan het apparaat door condensatie te voorkomen: dek het apparaat met de
meegeleverde winterafdekking af (het apparaat niet hermetisch afdekken).
• Stel de regelaar in "slaapstand" door 2 seconden te drukken op
• Open klep B,
• Sluit de kleppen A en C en open de kleppen D en E (indien aanwezig) (zie § "1.2 I Hydraulische aansluitingen",
• Zorg dat er in de warmtepomp geen watercirculatie plaatsvindt,
• Laat het water van de condensor af (bevriezingsrisico) door de twee aansluitingen van ingang en uitgang aan de
achterkant van de warmtepomp los te draaien,
• Voor een volledige overwintering van het zwembad (volledig uitschakelen van het filtersysteem, het aflaten van het
filtratiecircuit, leegmaken van het zwembad): draai de twee verbindingen met één slag vast om het binnendringen
van vreemde voorwerpen in de condensor te voorkomen,
• In het geval van een overwintering van alleen de warmtepomp (enkel uitschakeling van de verwarming, de continue
filtratie blijft in werking): de twee aansluitingen niet terug vastschroeven maar vervangen door 2 doppen (meegeleverd)
op de in- en uitgangen van het condensorwater.
• Het wordt aanbevolen om een micro geventileerde hoes voor overwintering (meegeleverd) over de warmtepomp
aan te brengen.
3.2 I Onderhoud
• Voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat, is het noodzakelijk
om de stroomvoorziening te onderbreken, vanwege de risico's op elektrische schokken die
kunnen leiden tot materiële schade, ernstig letsel of de dood.
• We bevelen een algemeen onderhoud van het apparaat aan ten minste eenmaal per jaar
om de werking te controleren, om de prestaties te handhaven en om mogelijke storingen te
voorkomen. Deze werkzaamheden vallen ten laste van de gebruiker en ze moeten worden
uitgevoerd door een bevoegd technicus.
3.2.1 Onderhoud uit te voeren door de gebruiker
• Zorg er voor dat er geen vreemde lichamen het ventilatorrooster belemmeren.
• Reinig de verdamper (zie voor locatie § "5.3 I Afmetingen en markering") met behulp van een borstel met soepele
haren en een zachte waternevel (trek de stekker uit). Buig de metalen vinnen niet om, en reinig de condensaftapleiding
om onzuiverheden die zouden kunnen leiden tot verstoppingen te verwijderen.
• Gebruik geen hogedrukwaterstraal. Niet sproeien met regenwater, zout water of mineralenrijk water.
• Reinig de buitenkant van het apparaat met een oplosmiddelvrij reinigingsmiddel; er is hiervoor een optioneel
specifieke reinigingskit "PAC NET" verkrijgbaar in de Zodiac®-catalogus (zie § ""5.1 I Beschrijving").
3.2.2 Onderhoud uit te voeren door een gekwalificeerde technicus
• Lees in het geval van de modellen MD4 en MD5 aandachtig de veiligheidsinstructies in de
paragraaf "Waarschuwingen voor apparaten die R32-koelmiddelen (Z400iQ MD4 & MD5)
bevatten" (p. 4-7) voordat u de hierna vermelde onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
• Controleer de goede werking van de gebruikersinterface.
• Controleer de correcte condensafvoer tijdens de werking van het apparaat.
• Controleer de veiligheidsorganen.
• Controleer het verbinden van de metaalmassa's met de aarding.
• Controleer of de aansluitingen van de elektrische kabels goed vastgedraaid zijn en of het schakelkastje schoon is.
en schakel de elektrische voeding uit,
NL
21