Het apparaat mag niet geïnstalleerd worden:
• met het uitblazen in de richting van een permanente of tijdelijke hindernis (luifel, takken ...) op minder dan 5 meter,
• binnen het bereik van sproeiers, spuiten van water of modder (rekening houdend met de wind),
• vlakbij een hittebron, of ontvlambaar gas,
• in de buurt van hogefrequentieapparatuur,
• op een plek waar deze kan lijden onder de ophoping van sneeuw.
• op een plaats waar deze kan worden overspoeld door condenswater geproduceerd door het apparaat tijdens het
gebruik.
Tip: minimaliseren van mogelijke lawaai van de warmtepomp
• Niet installeren onder of in de richting van een raam.
• Niet richten naar de buren.
• Installeren in een open ruimte (geluidsgolven weerkaatsen op oppervlakken).
• Een akoestisch scherm rond de warmtepomp installeren, met respect voor de voorziene afstanden (zie
§ "1.2 I Hydraulische aansluitingen").
• Monteer 50 cm flexibele PVC-slang op de in- en uitgang van het water van de warmtepomp om de
trillingen te dempen.
• Verhoog de filtratietijd met 50% en activeer de "Stilte"-modus. De warmtepomp zal langer werken met
minder vermogen, maar bij een lager geluidsniveau.
De "Stilte"-modus is speciaal geschikt voor het handhaven van de watertemperatuur zodra de
ingestelde temperatuur bereikt is.
1.1.1 Plaatsing van het apparaat
• Gebruik hijsbanden (niet meegeleverd) om het apparaat te hijsen en het niet te beschadigen tijdens de plaatsing.
: Hijsband
NL
11