te inspecteren. Stop met het gebruik van het apparaat als er duidelijke schade is.
Noodzakelijk onderhoud moet ALLEEN door gekwalificeerde onderhoudstechnici worden
uitgevoerd. Gebruikers mogen het apparaat niet zelf onderhouden.
De oximeter kan niet worden gebruikt samen met apparaten die niet in de
gebruikershandleiding worden genoemd. Alleen de door de fabrikant aangewezen of
aanbevolen accessoires kunnen met dit apparaat worden gebruikt.
Dit product is gekalibreerd voordat het de fabriek verlaat.
1.2 Waarschuwing
Explosiegevaar-Gebruik de oximeter NIET in een omgeving met ontvlambaar gas, zoals
sommige ontvlambare anesthesiemiddelen.
Gebruik de oximeter NIET terwijl de proefpersoon wordt gemeten met MRI en CT.
Gelieve te breken niet de polsband, uit vrees het buiten gebruik raakt, of de onverwachte
daling van het apparaat dat toe te schrijven aan de losheid van de polsband tijdens het proces
van gebruik is. Gebruikers die allergisch zijn voor de polsband wordt afgeraden deze te
gebruiken.
Een persoon die allergisch is voor rubber kan dit apparaat niet gebruiken.
De verwijdering van afgedankte instrumenten en hun toebehoren en verpakkingen (met
inbegrip van batterijen, plastic zakken, schuim en papieren dozen) dient te geschieden volgens
de plaatselijke wetten en voorschriften.
Controleer voor gebruik de verpakking om er zeker van te zijn dat het toestel en de accessoires
volledig volgens de verpakkingslijst zijn, anders bestaat de kans dat het toestel abnormaal
werkt.
Kies accessoires en sondes die door de fabrikant zijn goedgekeurd of vervaardigd, anders kan
het toestel beschadigd raken.
Kies batterijladers die voldoen aan de eisen van IEC 60601-1, anders kan het apparaat
beschadigd raken.
Gebruik het apparaat niet tijdens het opladen.
Het apparaat kan alleen worden gecombineerd met een compatibele sonde.
Gelieve dit toestel niet te meten met een functionele tester voor de gerelateerde informatie
van het toestel.
1.3 Aandacht
Houd de oximeter uit de buurt van stof, trillingen, bijtende stoffen, explosieve materialen, hoge
temperaturen en vocht.
Als de oximeter nat wordt, stop dan met het gebruik ervan.
Wanneer het van een koude omgeving naar een warme of vochtige omgeving wordt gebracht,
gelieve het dan niet onmiddellijk te gebruiken.
Bedien de toetsen op het voorpaneel NIET met scherpe materialen.
Desinfectie van de oximeter met hoge temperatuur of stoom onder hoge druk is niet
toegestaan. Raadpleeg de Gebruikershandleiding in het betreffende hoofdstuk (7.1) voor
instructies over reiniging en desinfectie.
Dompel de oximeter niet onder in vloeistof. Als het apparaat moet worden gereinigd, veeg dan
het oppervlak met een zachte doek af met medische alcohol. Spuit geen vloeistof rechtstreeks
op het apparaat.
Wanneer het apparaat met water wordt gereinigd, moet de temperatuur lager zijn dan 60°C.
Als de vingers te dun of te koud zijn, zou dit waarschijnlijk de normale meting van de SpO2 en
de polsslag van de patiënt beïnvloeden; klem daarom de dikke vingers, zoals duim en
middelvinger, diep genoeg in de sonde.
NL