4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
•
Als u na het scherpstellen op een onderwerp in-/uitzoomt, kan de nauwkeurigheid van het
brandpunt verloren gaan. Stel het brandpunt in dat geval opnieuw in.
Onderwerpen en opname-omstandigheden waarbij het scherpstellen moeilijk is
•
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast.
•
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen.
•
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet.
•
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt
van zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij.
90