6. Stabilisator, zoom en flitser
•
Het kan zijn dat de beeldstabilisator een werkgeluid maakt of tijdens de werking
trillingen produceert. Dit duidt niet op een slechte werking.
•
Er wordt aanbevolen de beeldstabilisator uit te schakelen als een statief gebruikt wordt.
•
De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen.
Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
–
Wanneer er veel camerabeweging is
–
Als de zoomuitvergroting erg hoog is
–
Bij het gebruik van de digitale zoom
–
Wanneer u opnamen maakt terwijl u een bewegend object volgt
–
Als de sluitertijd langzamer wordt om binnenshuis opnamen te maken of op donkere plaatsen
•
Het panningeffect in [
–
Op fel verlichte plekken zoals bij klaarlichte dag op een zomerse dag
–
Als de sluitertijd op sneller dan 1/100e staat
–
Als u de camera te traag beweegt omdat het object niet snel beweegt (De achtergrond wordt
in dit geval niet onscherp genoeg)
–
Wanneer het toestel het onderwerp niet op bevredigende wijze bijhoudt
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Zelfs als [Stabilisatie] op [
modus op [Panorama-opname] zet, in [
•
In de volgende gevallen zal [Stabilisatie] naar [
(Panning) gezet was:
–
Wanneer u bewegende beelden opneemt
–
Bij 4K-foto-opnames
–
Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
•
De hybride beeldstabilisatorfunctie met 5 assen is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
–
Bij het gebruik van de digitale zoom
] is in de volgende gevallen moeilijker te bereiken.
] (Normaal) gezet is, zal de instelling, indien u Scene Guide
] (Panning) veranderen.
147
] (Normaal) schakelen, zelfs als het op [
]