3.
Plaats het papier (briefhoofdpapier met de bedrukte zijde
naar beneden en met de bovenzijde in de richting van de
voorkant van de printer).
1
4.
Stel de achterste schuif (1) en de papiergeleiders (2) in
op het gebruikte papierformaat.
Vastlopen van papier voorkomen:
>
Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de
geleiders, en het papier en de achterste schuif.
>
Plaats niet te veel papier in de papierlade. Hoeveel
papier er kan worden geladen, hangt af van het soort
papier.
>
Plaats geen beschadigd papier.
>
Plaats geen papier van verschillend formaat in de
papierlade.
>
Trek de papierlade tijdens het afdrukken niet uit de
printer.
>
Sluit de papierlade voorzichtig.
Papier in de printer plaatsen > 26
2