Selecteer het verbindingstype "Netwerk (TCP/IP)" en klik
op Start om te beginnen met zoeken.
Als u het IP-adres van het MFP weet, voert u dat zelf in.
3.
Op het hoofdscherm van Profile Assistant worden de
profielen weergegeven die op de vaste schijf van het MFP
staan. U kunt als volgt een nieuw profiel naar het MFP
downloaden:
(a)
Klik op Toevoegen.
(b)
Selecteer een ICC-profiel op de vaste schijf van uw
computer.
(c)
Als u een profiel hebt geselecteerd, kunt u dat aan
het MFP toevoegen als een van de vier profieltypen:
RGB-bron, CMYK-simulatie, Printer of Gekoppeld.
(d)
Het geselecteerde ICC-profiel bepaalt welke opties
beschikbaar zijn. Als u bijvoorbeeld een CMYK-
profiel hebt geselecteerd, kunt u dit mogelijk alleen
aan de printer toevoegen als een uitvoerprofiel
CMYK-simulatie of Printer.
(e)
Selecteer een nummer van 1 tot en met 12. Met dit
nummer wordt het profiel geïdentificeerd in het
printerstuurprogramma.
1
Richtlijnen bij het afdrukken > 157
2