ABRIKANT Oki Data Corporation, 4-11-22 Shibaura, Minato-ku, Tokyo 108-8551, Japan MPORTEUR VOOR DE ERKEND VERTEGENWOORDIGER Oki Europe Limited (handelend als Oki Printing Solutions) Oki Europe Limited Blays House Wick Road Egham Surrey TW20 0HJ Verenigd Koninkrijk Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact op met uw plaatselijke leverancier.
PMERKING ET OP AARSCHUWING OPMERKING Deze tekst bevat extra informatie als aanvulling op de hoofdtekst. LET OP! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
NLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van deze kleurenprinter. Uw nieuwe printer is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor heldere, levendige afdrukken in kleur en scherpe afdrukken in zwart-wit. Uw printer biedt de volgende mogelijkheden: > Compacte A3-bureaubladprinter; > De meerlaagstechnologie ProQ2400 zorgt voor verfijnde tinten en een vloeiender kleurverloop zodat uw documenten worden afgedrukt in fotokwaliteit.
RINTEROVERZICHT OORAANZICHT 1. Uitvoervak (afgedrukte zijde naar 5. Ontgrendeling van de voorklep. beneden). 6. Ontgrendeling van klep van universele Standaarduitvoervak voor afdrukken. Kan lade maximaal 250 vellen papier van 80 g/m² 7. Knop voor het openen van de printerkap. bevatten. 8.
CHTERAANZICHT Op deze afbeelding wordt het verbindingspaneel, het uitvoervak aan de achterzijde en de locatie van de optionele duplexeenheid (voor dubbelzijdig afdrukken) weergegeven. 1. AAN/UIT-knop. 5. Duplexeenheid (indien geïnstalleerd). 2. Netsnoeraansluiting 6. Achterzijde, uitvoervak voor 100 3. USB-interface vel, afgedrukte zijde naar boven 4.
LCD- E TAAL OP HET SCHERM WIJZIGEN De standaardtaal die door uw printer wordt gebruikt om berichten weer te geven en rapporten af te drukken, is het Engels. Deze taal kan indien nodig worden gewijzigd in: Duits Deens Frans Nederlands Italiaans Turks Spaans...
ANBEVOLEN PAPIER De printer kan allerlei afdrukmedia verwerken, waaronder papier van verschillende gewichten en formaten, transparanten en enveloppen. In deze sectie wordt een algemeen advies gegeven over de keuze van de media en wordt uitgelegd hoe elk type moet worden gebruikt.
vanuit Windows-toepassingen, kan deze functie worden ingeschakeld in de stuurprogramma-instellingen. Bij het afdrukken vanaf andere systemen kunt u deze functie inschakelen in het menu Afdrukken. Indien lade 2/3 is geplaatst, kunt u deze verwijderen en vullen terwijl het papier wordt ingevoerd vanuit lade 1.
APIER IN DE PRINTER PLAATSEN ASSETTELADEN Verwijder de papiercassette uit de printer. Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3).
LET OP! > BELANGRIJK: Stel de knop voor papierformaat (3) in op het formaat en de afdrukstand van het papier dat u gebruikt (in het bovenstaande voorbeeld A4 LEF). Als u over twee papiercassetten beschikt en u drukt af vanuit de 1e cassette (bovenste cassette), kunt u de 2e cassette (onderste cassette) er tijdens het afdrukken uittrekken om papier bij te vullen.
Vastlopen van papier voorkomen: > Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de geleiders, en het papier en de achterste schuif. > Plaats niet te veel papier in de papiercassette. Hoeveel papier er kan worden geladen, hangt af van het soort papier. >...
Pagina 16
Druk de vergrendelingsknop van de cassette (5) naar binnen om de papiersteun vrij te maken, zodat het papier wordt opgetild en in de juiste positie wordt geplaatst. Stel in het menu Media het juiste papierformaat voor de universele lade in (zie “Menufuncties”).
EBRUIK ET APPARAAT GEBRUIKEN > Raadpleeg de Printing Guide (Afdrukhandleiding) en de Barcode Guide (Barcodehandleiding). Hierin staat uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en optionele accessoires voor het efficiënt en effectief uitvoeren van afdruktaken. > Raadpleeg de Security Guide (Beveiligingsgids) voor complete informatie over het openen en gebruiken van de printerbeveiligingsfuncties.
EVEILIGING EVEILIGD AFDRUKKEN Met de functie voor beveiligd afdrukken kunt u vertrouwelijke documenten afdrukken op apparaten die worden gedeeld met andere gebruikers in een netwerkomgeving. Het document wordt pas afgedrukt wanneer u een pincode (persoonlijke identificatiecode) invoert op het bedieningspaneel van de printer. U moet naar het apparaat gaan en daar uw PIN invoeren.
Typ een getal tussen 0000 en 9999 in het vak [PIN]. Uw PIN moet uniek zijn op dit apparaat. De systeembeheerder moet aan elke gebruiker een PIN toewijzen. Klik op [OK] om uw wijzigingen te accepteren. Klik op [OK] om het venster Eigenschappen voor printer te sluiten. Druk het document af.
PSLAAN OP DE VASTE SCHIJF Met deze functie kunt u afdruktaken maken op de computer en opslaan op de vaste schijf van het apparaat voor afdrukken op verzoek. Dit is handig voor formulieren, algemene memo's, briefhoofden, briefpapier en dergelijke. Als u deze functie gebruikt voor bijvoorbeeld standaardformulieren, kunt u op elk gewenst moment naar het apparaat gaan en uw formulieren afdrukken zonder dat u ze opnieuw vanaf de pc hoeft te verzenden.
EN OPGESLAGEN DOCUMENT VERWIJDEREN Volg de procedure die is beschreven in 'Een document voor beveiligd afdrukken verwijderen' op pagina 19 voor het verwijderen van een document voor beveiligd afdrukken. Net als documenten voor beveiligd afdrukken kunnen alle andere documenten die zijn opgeslagen op de vaste schijf van het apparaat ook vanaf afstand worden verwijderd vanaf de pc met het hulpprogramma Storage Device Manager.
ET DOCUMENT VERZENDEN Als u het PCL-stuurprogramma gebruikt, kiest u op het tabblad [Setup] de eventueel opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken. Klik op het tabblad [Taakopties] in het printerstuurprogramma op [Encrypted Secure Print] (Gecodeerde beveiligde afdruk). Het venster Encrypted Secure Print (Gecodeerde beveiligde afdruk) wordt geopend. Geef in het venster Gecodeerde beveiligde afdruk een [Wachtwoord] op voor deze afdruktaak: Het wachtwoord moet uit minimaal 4 en maximaal 12 alfanumerieke tekens bestaan.
ET DOCUMENT AFDRUKKEN Volg de procedure die is beschreven in het gedeelte 'Het document afdrukken' op pagina 20 voor het afdrukken van een beveiligd document. In dit geval geeft u het wachtwoord op en wordt het document van de vaste schijf gewist, afhankelijk van de opties die u had opgegeven toen u het document verzond om af te drukken.
ENUFUNCTIES Deze sectie biedt een overzicht van de menu’s die via de knoppen op het bedieningspaneel van de printer toegankelijk zijn en op het LCD-scherm kunnen worden weergegeven. EDIENINGSPANEEL EADY Ready To Print NTER ANCEL ESTART Power Save TTENTION Toner AAN: klaar om gegevens te Geeft de printerstatus en 1.
Biedt advies wanneer een Wanneer u deze knop een paar 9. Knop Help 10. Knop Afsluiten/ Opnieuw opstarten fout optreedt, bijvoorbeeld seconden ingedrukt houdt, wordt bij een incorrect de correcte afsluit- of papierformaat. opstartprocedure uitgevoerd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Wanneer Wachtw. Invoeren wordt weergegeven, drukt u op de knop MENU omhoog of omlaag, telkens gevolg door Enter, en drukt u vervolgens een aantal keren op Enter om de eerste regel van het wachtwoord op te geven. Druk vervolgens op de knop Enter. Geef uw vier- tot negencijferige wachtwoord op.
ITEM ACTIE BESCHRIJVING Systeem Serial Number Geeft de informatie van deze items weer. Printernummer CU-versie PU-versie Totaal geheugen Flashgeheugen Harddisk NFO AFDRUKKEN Via dit menu kunt u snel nagaan welke items er op de printer beschikbaar zijn. ITEM ACTIE BESCHRIJVING Configuratie Uitvoeren Selecteer Uitvoeren om een configuratierapport af te...
EVEILIGDE TAAK AFDR OPMERKING: Alleen aanwezig als een optionele vaste schijf is aangesloten. ITEM ACTIE BESCHRIJVING Encrypted opdracht Niet gevonden Wordt gebruikt voor het afdrukken van een gecodeerde verificatieafdruktaak (Encrypted opdracht) die op de Afdrukken vaste schijf is opgeslagen. Verwijderen Nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd, wordt 'Zoek opdracht' weergegeven totdat een taak die bij het wachtwoord hoort, is gevonden.
ITEM ACTIE BESCHRIJVING Opgeslagen taak Niet gevonden Wordt gebruikt om een taak af te drukken die op een vaste schijf is opgeslagen. Afdrukken Niet gevonden wordt weergegeven als een bestand dat Verwijderen kan worden afgedrukt, niet beschikbaar is. Het volgende bericht wordt weergegeven als een afdrukbaar bestand beschikbaar is.
Pagina 30
ITEM ACTIE BESCHRIJVING Cassetteconfiguratie Configuratie cassette 1 Configureren Papierformaat/Papiersoort/ (vervolg) Papiergewicht. Definieert de Standaard: standaardinstelling (wordt met * aangegeven). Selecteer door te schuiven en druk op de knop Papierformaat: Enter. Cassette/ *Gebruikerstype 1 tot en met 5 wordt alleen Aangepast weergegeven bij registratie vanaf de host-pc.
Pagina 31
ITEM ACTIE BESCHRIJVING Cassetteconfiguratie Configuratie univ. cassette Configureren Papierformaat/Papiersoort/ (vervolg) Papiergewicht/Cassettegebruik. Definieert Papierformaat:A3/A4 SEF/A4 LEF de standaardinstelling (wordt met * A5/A6/B4/B5 SEF/ aangegeven). Selecteer door te bladeren en op B5 LEF/Legal14/ de knop Enter te drukken. Legal 13,5/ *Gebruikerstype 1 tot en met 5 wordt alleen Legal13/Tabloid/ weergegeven bij registratie vanaf de host-pc.
Pagina 32
ITEM ACTIE BESCHRIJVING Systeemaanpassing Tijd energiespaarst. Kies 5/10/15/30/60/240 minuten (standaardinstelling wordt aangegeven met *). Standaard: Selecteer door te schuiven en druk op de knop Enter. Te wissen bericht Selecteer uit: ONLINE/Taak (standaardinstelling wordt aangegeven met *). Standaard: ONLINE Selecteer door te schuiven en druk op de knop Enter.
ITEM ACTIE BESCHRIJVING Systeemaanpassing BG instelling +3/+2/+1/-1/ Wordt gebruikt voor het corrigeren van variaties (vervolg) -2/-3/ in afdrukresultaten die veroorzaakt worden door verschillen in temperatuur/vochtigheid en Standaard: verschillen in afdrukdichtheid/frequentie. Wijzig deze instelling als de achtergronddichtheid te donker is. Reinigen van drums Hiermee geeft u aan of de niet-actieve EP- cartridge vóór het afdrukken wordt gedraaid om Standaard:...
EHEERDERSINST ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Enter xxxxxxxxxxxx Geef een wachtwoord op voor toegang tot het menu Password Beheerdersinst. Het wachtwoord moet uit zes tot twaalf alfanumerieke tekens bestaan. De standaardwaarde is "aaaaaa". Netwerkinst. TCP/IP Enable Hiermee stelt u het TCP/IP-protocol in. Disable Inschakelen: het TCP/IP-protocol is beschikbaar.
Pagina 35
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Netwerk SNMP Enable Hiermee schakelt u SNMP in of uit. Instellingen Disable Inschakelen: SNMP is beschikbaar. (vervolg) Uitschakelen: SNMP is niet beschikbaar. TCP/IP of Netware moet zijn ingeschakeld. Netwerk Normaal Wanneer Normaal is geselecteerd, kan het netwerk op Schaal efficiënte wijze functioneren, zelfs wanneer het is Klein...
Pagina 36
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Afdrukinstell Monochrome Auto Hiermee stelt u de snelheid voor monochroom ingen snelheid afdrukken in. De pagina wordt met de geschiktste Mono 32ppm Color (vervolg) snelheid afgedrukt als u Automatisch instelt. Speed U drukt altijd met de kleurenafdruksnelheid af als u Mixed Speed Kleur instelt.
Pagina 37
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING PCL- Herkomst Ingebouwd Hiermee geeft u de locatie op van het standaard PCL- instelling lettertype lettertype. Lettertype- I0 ~ I90 Hiermee stelt u het PCL-lettertypenummer in. nummer Het geldige bereik van deze variabele verandert naar gelang de instelling van Herkomst lettertype op dat moment.
Pagina 38
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING PCL- Afdruk- Normaal Hiermee stelt u het niet-afdrukbare gebied van het instellingen marge papier in. 1/5 inch (vervolg) De breedte van het gebied aan de rechter- en 1/6 inch linkerkant van het papier (linker- en rechterkant zijn afhankelijk van de afdrukstand van het papier).
Pagina 39
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING IBM PPR- Teken- 10 CPI Geeft de tekenbreedte in IBM PPR-emulatie aan. instellingen afstand 12 cpi 17 cpi 20 cpi Proportioneel Versmald 12 CPI tot 20 CPI Geeft een breedte van 12 cpi voor de modus Versmald lettertype aan.
Pagina 40
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING EPSON FX- Teken- 10 CPI/12 CPI/17 Geeft de tekenbreedte in de Epson FX-emulatie aan. instellingen breedte 20 cpi/ Proportioneel Tekenset SET-2 Hiermee stelt u een tekenset in. SET-1 Symbolen- IBM 437 Hiermee stelt u de symbolenset voor Epson FX- emulatie in.
Pagina 41
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Kleur- Inkt- Het apparaat heeft een eigen processimulatie-engine instellingen simulatie die standaardkleuren in de printer simuleert. SWOP Deze functie is alleen beschikbaar voor taken in de PS- Euroscale taal. Japan Laag Hiermee stelt u de beperking voor de dikte van de tonerlaag in.
Pagina 42
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING HDD- Dit item wordt alleen weergegeven wanneer een vaste schijf (optie) is instellingen geïnstalleerd. Initialiseren Uitvoeren Hiermee initialiseert u de standaardfabrieksinstelling voor de vaste schijf. Het apparaat partitioneert de vaste schijf en initialiseert de partities. Wanneer dit menu wordt uitgevoerd, wordt het volgende bevestigingsbericht weergegeven.
Pagina 43
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING HDD- Partitie Hiermee formatteert u een opgegeven partitie. instellingen formatteren Standaard Wanneer u op de knop Enter drukt, wordt het volgende (vervolg) bevestigingsbericht weergegeven. Weet u het zeker? Ja/Nee Wanneer u Nee selecteert, keert u terug naar het vorige menu.
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Instellingen Begin- Uitvoeren Hiermee stelt u EEPROM van CU opnieuw in. U stelt het opslaan gebruikersmenu opnieuw op de standaardinstellingen Wanneer u Uitvoeren selecteert, verlaat u het menu. Instellingen Uitvoeren Hiermee slaat u het menu op dat op dat moment is opslaan ingesteld.
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Cyan/ -3,-2,-1, Hiermee past u de enginedichtheid aan. Magenta/ 0,+1,+2,+3, De Darkness-instellingen voor CMYK worden Yellow/Black weerspiegeld als offsetwaarden (aanvulling) voor de Darkness correcties via de functie Dichtheid aanpassen/TRC- compensatie VAN BEHEERDER Dit menu is alleen toegankelijk voor systeembeheerders. Voor toegang tot dit menu volgt u de instructies in Dit menu is alleen ENGELSTALIG (standaardinstellingen zijn vetgedrukt).
Pagina 46
USB Setup Via dit menu kunt u de werking bepalen van de USB-gegevensinterface van de printer. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING USB- Enable / Disable Hiermee schakelt u de USB-poort in of uit. Speed 12 / 480 Mbps Hiermee selecteert u de interfacesnelheid. Nadat u de instelling in het menu hebt gewijzigd, wordt de printer na het afsluiten opnieuw opgestart.
Pagina 47
Storage System Alleen beschikbaar wanneer een vaste schijf (optie) is aangesloten. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Check File System Uitvoeren Hiermee lost u inconsistenties op tussen het daadwerkelijke geheugen en het weergegeven geheugen dat in een bestandssysteem beschikbaar is. Hiermee voert u het herstel van beheergegevens (FAT-gegevens) uit.
Power Setup ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Peak Power Control Normaal/Laag Power Save Enable Hiermee schakelt u de energiespaarstand in en uit. Disable USB Host Power Uit/Aan Language Setup ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Language initialize Uitvoeren Hiermee initialiseert u het berichtbestand dat in FLASH is geladen.
Pagina 49
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING Supplies Report Inschakelen/ Hiermee schakelt u het Rapport verbruiksartikelen in of Uitschakelen uit. U moet Inschakelen selecteren in Functies/ Afdrukstatistieken/Verbruiksrapport. Reset Main Counter Uitvoeren Hiermee stelt u de hoofdteller op nul in. Wanneer u dit menu uitvoert, wordt de hoofdteller ingesteld op nul en verlaat u het menu.
VERLAYS EN MACRO ALLEEN INDOWS ’ AT ZIJN OVERLAYS EN MACRO Als u speciaal afdrukmateriaal wilt gebruiken, zoals formulieren en briefpapier, maar geen voorbedrukt materiaal wilt gebruiken, kunt u dit materiaal zelf maken met behulp van deze geavanceerde mogelijkheden. U kunt PostScript-overlays gebruiken om al uw speciale formulieren te genereren en op te slaan in de printer zodat u ze kunt gebruiken wanneer u ze nodig hebt.
Sluit de toepassing. ET PROJECT MAKEN EN LADEN Start vanuit het menu Start van Windows de Storage Device Manager (SDM) en laat SDM de printer opsporen. Kies Printers→Nieuw project. Kies Printers→Bestand aan project toevoegen. Selecteer in de keuzelijst Files of Type (Bestandstypen) de optie PRN Files (*.prn) (Printerbestanden *.prn).
VERLAYS DEFINIËREN Dit is de laatste stap voordat de nieuwe overlays gereed zijn voor gebruik. Open het venster Printers (“Printers en Faxen” in Windows XP) via het menu Start of via het Configuratiescherm van Windows. Klik met de rechtermuisknop op het relevante pictogram van de PostScript-printer en kies Afdrukvoorkeuren in het snelmenu.
Kies op het tabblad Overlays de optie Use Overlay (Overlay gebruiken) in de keuzelijst (1). Klik op de eerste overlay (2) die u wilt gebruiken. In dit voorbeeld is dit de overlay voor het voorblad. Klik op de knop Toevoegen (3). Klik op de tweede overlay (4) en klik nogmaals op de knop Add (Toevoegen) (3) als u nog een andere overlay wilt gebruiken, in dit geval voor de...
u de filters “Configure Image Data,” “Palette ID” en “Palette Control” (Beeldgegevens configureren, Palet-id en Paletbeheer) uitschakelen. Selecteer in de keuzelijst Files of Type (Bestandstypen) de optie PRN Files (*.prn) (Printerbestanden *.prn). Ga naar de map waarin de PRN-bestanden zijn opgeslagen en selecteer één of meer bestanden die u in de overlayset wilt opnemen.
Klik in het venster Overlay op de knop Overlays definiëren (1). Voer in het venster Definiëren overlays (Overlays definiëren) de naam (a) en ID (b) van de gewenste overlay in en definieer op welke pagina('s) (c) van uw documenten deze overlay moet worden toegepast. Klik op de knop Add (Toevoegen) (3) om deze overlay toe te voegen aan de lijst met gedefinieerde overlays.
Pagina 56
Schakel op het tabblad Overlay het selectievakje Use active overlays (Actieve overlays gebruiken) (1) in. Klik in de lijst Defined Overlays (Gedefinieerde overlays) op de eerste overlay (2) die u wilt gebruiken en klik op de knop Add (Toevoegen) (3) om de overlay toe te voegen aan de lijst met actieve overlays.
ERBRUIKSARTIKELEN VERVANGEN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de verbruiksartikelen vervangt als dat nodig is. OPMERKING: Wanneer op het LCD het bericht TONER BIJNA OP wordt weergegeven, of wanneer de afdrukken vaag zijn, opent u eerst het bovendeksel en tikt u een aantal malen op de cartridge om het tonerpoeder gelijkmatig te verdelen.
Pagina 59
Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. Noteer de plaats van de vier cartridges (a) met de bijbehorende EP-cartridges (b). Het is noodzakelijk dat deze op dezelfde volgorde worden teruggeplaatst.
Pagina 60
Schud de nieuwe cartridge een aantal keren voorzichtig heen en weer om de toner in de cartridge los te maken en gelijkmatig te verdelen. Verwijder nu het verpakkingsmateriaal en trek het tape van de onderzijde van de cartridge. Houd de cartridge aan de bovenzijde in het midden vast met de gekleurde hendel rechts.
MAGE DRUM VERVANGEN LET OP! Ga voorzichtig met deze apparaten om. Ze zijn gevoelig voor statische elektriciteit. De printer bevat vier image drums: cyaan, magenta, geel en zwart. Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet.
Pagina 62
Plaats beide voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig.
Pagina 63
Duw de gekleurde ontgrendelingshendel van u af om de tonercartridge te vergrendelen op de nieuwe cartridgehouder zodat er toner naar de cartridgehouder kan worden overgebracht. Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst.
ERVANGING VAN DE TRANSPORTBAND De transportband bevindt zich onder de vier EP-cartridges. Deze eenheid moet worden vervangen nadat er ongeveer 80.000 pagina's zijn afgedrukt. Schakel de printer uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent.
Pagina 65
Zoek de twee bevestigingen (a) aan beide zijden van de band en zoek de greep (b) aan de voorzijde. Draai de twee bevestigingen 90° naar links. Hierdoor komt de band los van de printerbehuizing. Trek de greep (b) omhoog zodat de band aan de voorzijde omhoog komt en trek de transportband uit de printer.
E FUSER VERVANGEN De fuser zit in de printer direct achter de vier cartridgehouders. WAARSCHUWING! Als de printer kortgeleden nog is ingeschakeld geweest, zijn sommige fuseronderdelen erg heet. Ga heel voorzichtig met de fuser om en houd de fuser alleen vast bij de greep, die slechts warm aanvoelt.
Duw de hendel (b) waarmee de fuser wordt vergrendeld naar de achterzijde van de printer om de fuser vast te zetten. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
PGRADES INSTALLEREN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u optionele apparatuur in uw printer installeert. Dit zijn: > duplexeenheid (dubbelzijdig afdrukken); pagina > extra RAM-geheugen; pagina 70 > vaste schijf; pagina 72 > extra papiercassette(s); pagina 75 > kast; pagina 77 Upgrades installeren >...
UPLEXEENHEID Met de duplexeenheid hebt u de mogelijkheid om dubbelzijdig af te drukken, waarbij u minder papier gebruikt en grote documenten handzamer worden. U kunt ook boekjes afdrukken, waarbij u nog minder papier gebruik en grote documenten nog handzamer worden. De duplexeenheid kan recht in de achterzijde van de printer worden geschoven.
EHEUGENUITBREIDING Het basisprintermodel is uitgerust met 256 MB geheugen. Dit kan worden uitgebreid met een extra geheugenkaart van 256 MB of 512 MB, hetgeen resulteert in een maximale geheugencapaciteit van 768 MB. De installatie kost een paar minuten en u hebt hiervoor een middelgrote kruiskopschroevendraaier nodig.
Pagina 71
De geheugenkaart heeft een kleine uitsparing in de connector op de rand, die zich dichter bij de ene zijde dan bij de andere bevindt. Zoek de RAM-uitbreidingssleuf in de printer. Als deze RAM-uitbreidingssleuf al een geheugenkaart bevat, moet u deze geheugenkaart verwijderen voordat u de nieuwe kaart kunt installeren.
Wanneer de printer gereed is, drukt u op de volgende wijze een menuoverzicht af: Druk op de knop Enter. Druk op de knop Menu omhoog en vervolgens op de knop Enter om het menu Info afdrukken weer te geven. Selecteer Configuratie met de knop Enter. Druk nogmaals op de knop Enter om het menu Configuratie te openen.
Pagina 73
Verwijder de schroef (a) waarmee de rechterklep is vastgezet. Til de rand van de zijklep iets op en trek de klep aan de bovenkant naar u toe. Til de klep iets op om deze van de printer te verwijderen. Plaats de klep op een veilige plaats naast de printer.
Pagina 74
U hoeft alleen nog maar het printerstuurprogramma in te stellen om volledig gebruik te kunnen maken van de nieuwe mogelijkheden ('Printerstuurprogramma's bijwerken' op pagina 76). Sluit het netsnoer weer aan en schakel de printer in. Wanneer de printer gereed is, drukt u op de volgende wijze een menuoverzicht af: Druk op de knop Enter.
XTRA PAPIERCASSETTE Schakel de printer uit en verwijder het netsnoer. Installeer extra papiercassettes op de gewenste locatie. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften voor het tillen en gebruik geleiders (a) om de printer boven op de extra papiercassette te plaatsen. Sluit het netsnoer weer aan en schakel de printer in. U hoeft alleen nog maar het printerstuurprogramma in te stellen om volledig gebruik te kunnen maken van de nieuwe mogelijkheden ('Printerstuurprogramma's...
RINTERSTUURPROGRAMMA S BIJWERKEN Nadat u de upgrades hebt geïnstalleerd, moet u het printerstuurprogramma van Windows bijwerken om de extra functies beschikbaar te maken voor uw Windows-toepassingen. Als u de printer deelt met gebruikers op andere computers, moet het printerstuurprogramma ook op die computers worden bijgewerkt. De afbeeldingen die hier worden weergegeven, hebben betrekking op Windows XP.
Selecteer eventuele opties die van toepassing zijn voor uw hardware en klik op Pas wijzigingen toe. Panther (Mac OS X 10.3) Open de Print & Fax Preferences (Printer- en faxvoorkeuren) in Mac OS X. Selecteer Afdrukken. Selecteer Set Up Printers... (Printers installeren). Zorg ervoor dat uw machine is geselecteerd en selecteer Toon info.
ASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Als u de aanbevelingen in deze handleiding over het gebruik van afdrukmedia opvolgt en u de media in goede staat houdt, levert de printer jarenlang betrouwbare prestaties. Toch kan het papier af en toe vastlopen. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u dit vastgelopen papier snel en eenvoudig verwijdert.
OUTCODES VAN DE PAPIERSENSOR 380, 400 CODENR. PLAATS CODENR. PLAATS Duplexeenheid * Papieruitvoervak Duplexeenheid * Duplexeenheid * Duplexeenheid * Universele cassette Duplexeenheid * Papiercassette Papierinvoer papiercassette * Papierbaan Papierformaat * (indien geïnstalleerd). Als een vel papier ver genoeg uit de bovenzijde van de printer steekt, pakt u het vel vast en trekt u het voorzichtig uit de printer.
Pagina 80
vier tonercartridges (a) en de EP-cartridges (b). Het is Let goed op de plaatsen van de van essentieel belang dat ze in dezelfde volgorde worden teruggeplaatst. U moet alle vier EP-cartridges (b) verwijderen om bij de papierbaan te kunnen. Pak de cyaan EP-cartridge aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit de printer.
Pagina 81
Herhaal deze procedure voor de overige cartridgehouders. Kijk in de printer of er vellen papier bij de transportband zichtbaar zijn. LET OP! Gebruik geen scherpe of schurende voorwerpen om de vellen van de band af te halen. Hierdoor kan het oppervlak van de band beschadigd raken.
Pagina 82
Als u een vel uit de fuser wilt halen, trekt u de hendel(a) waarmee de fuser wordt vergrendeld naar de voorzijde van de printer om de fuser los te maken. Pak de fuser aan de handgreep (b) en verwijder de fuser. Til de hendels (c) waarmee de fuser wordt vergrendeld omhoog en duw ze naar achteren om de druk van het vel te halen.
Pagina 83
Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst. Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer, maar druk deze nog niet helemaal aan.
Pagina 84
Trek de universele cassette omlaag aan de holtes (b). Til de ontgrendeling van de klep aan de voorzijde op en laat de voorklep zakken. Controleer of er vellen zijn vastgelopen, verwijder eventuele vellen die u vindt en sluit de klep. Trek de papierlade(s) uit de printer.
PECIFICATIES ES8430 - N34241B ITEM SPECIFICATIE Afmetingen 485 x 556 x 345 mm (b x d x h) zonder duplexeenheid Gewicht Ongeveer 36 kilo (zonder duplexeenheid) Afdrukmethode Elektronisch fotografisch met blootstelling aan LED-lichtbron Afdruksnelheden 30 pagina’s per minuut in kleur / 32 pagina’s per minuut in zwart-wit...
Pagina 86
ITEM SPECIFICATIE Interfaces USB (Universal Serial USB-specificatie versie 2.0 Bus) Aansluiting: USB type B Kabel: USB-specificatie versie 2.0 (afgeschermd) Overdrachtsmodus: Hoge snelheid (480 MBps + 0,25% maximaal) Netwerk 10 Base T, 100 Base TX Parallelle interface 36-pins, type Centronics, IEEE 1284-1994-aansluiting Gebruikscyclus 50.000 pagina's per maand maximaal, 10,000 pagina's per maand gemiddeld MTBF...