WERKING KANALIsAtIE MEt tHERMOstAAt OF sONDE (OPtIONEEL)
De kachel is uitgerust met een onafhankelijke motor voor de kanalisatie. De aansluiting van een externe thermostaat of een
temperatuursonde (NTC 10K) op de ingang aan de achterzijde van de kachel, staat toe de motor voor de kanalisatie onafhankelijk van de
werking van de kachel te beheren.
Het is voldoende de thermostaat/omgevingssonde aan te sluiten en in te stellen op de gewenste temperatuur.
Voor details betreffende de instelling van de kanalisatie zie hoofdstuk: " Menu - KAnAlisATie"
MET OMGEVINGSTHERMOSTAAT (OPTIONEEL)
Verwijder de brug en sluit de omgevingsthermostaat aan van de ruimte waarvan de temperatuur door middel van de kanalisatie 1 geregeld
moet worden.
3 bedrijfsmodi:
WERKING KANALISATIE MET OMGEVINGSTHERMOSTAAT (OPTIONEEL)
SET ingesteld op UIT
(De instelling van de temperatuur is niet zichtbaar)
SET ingesteld op REGULAR
(De instelling van de temperatuur is niet zichtbaar)
SET ingesteld op QUIET
(De instelling van de temperatuur is niet zichtbaar)
SET ingesteld op BOOST
(De instelling van de temperatuur is niet zichtbaar)
verGeliJKBAre insTellinGen vOOr De WerKinG vAn MOTOr KAnAlisATie 2
MET SONDE (NTC 10K)
Verwijder de brug en sluit de NTC-sonde aan van de ruimte waarvan de temperatuur door middel van de kanalisatie geregeld moet
worden.
3 bedrijfsmodi:
WERKING KANALISATIE MET NTC-SONDE 10KΩ (OPTIONEEL)
SET ingesteld op UIT
Stel de gewenste temperatuur in (van 7 tot 37°C)
SET ingesteld op REGULAR
Stel de gewenste temperatuur in (van 7 tot 37°C)
SET ingesteld op QUIET
Stel de gewenste temperatuur in (van 7 tot 37°C)
SET ingesteld op BOOST
Stel de gewenste temperatuur in (van 7 tot 37°C)
verGeliJKBAre insTellinGen vOOr De WerKinG vAn MOTOr KAnAlisATie 2
12
De motor van de kanalisatie blijft uitgeschakeld, behalve in geval de temperatuur van de
rookgassen de normale bedrijfstemperatuur overschrijdt of als de gebruiker het apparaat
instelt op vermogen 5
Na het bereiken en overschrijden van de specifieke drempelwaarde voor activering, zal de motor
van de kanalisatie, bij gewenste temperatuur (GESLOTEN CONTACT), de werking van de kachel
volgen.
Bij het bereiken van de temperatuur ingesteld op de thermostaat (OPEN CONTACT), gaat de
motor van de kanalisatie over naar UIT, om vervolgens weer in te schakelen bij een nieuw verzoek.
Na het bereiken en overschrijden van de specifieke drempelwaarde voor activering, zal de
motor van de kanalisatie, bij gewenste temperatuur (GESLOTEN CONTACT), de werking
van de kachel volgen, maar bij een lagere snelheid dan in REGULAR, voor een verbeterd
akoestisch comfort in de omgeving.
Bij het bereiken van de op de thermostaat ingestelde temperatuur (OPEN CONTACT), zal de
motor kanalisatie uitschakelen om vervolgens weer in te schakelen bij een volgend verzoek.
Na het bereiken en overschrijden van de specifieke drempelwaarde voor activering, zal de
motor van de kanalisatie, bij gewenste temperatuur (GESLOTEN CONTACT), de werking
van de kachel volgen, maar bij een hogere snelheid dan in REGULAR, voor een snellere
thermische uitwisseling.
Bij het bereiken van de op de thermostaat ingestelde temperatuur (OPEN CONTACT), zal de
motor kanalisatie uitschakelen om vervolgens weer in te schakelen bij een volgend verzoek.
De motor van de kanalisatie blijft uitgeschakeld, behalve in geval de temperatuur van
de rookgassen de normale bedrijfstemperatuur overschrijdt of als de gebruiker het
apparaat instelt op vermogen 5
Na het bereiken en overschrijden van de specifieke drempelwaarde voor activering, zal
de motor van de kanalisatie, bij gewenste temperatuur, de werking van de kachel volgen.
Bij het bereiken van de in TEMPERATUUR ingestelde temperatuur, zal de motor van de
kanalisatie overgaan naar UIT, om vervolgens weer in te schakelen bij een nieuw verzoek.
Na het bereiken en overschrijden van de specifieke drempelwaarde voor activering, zal
de motor van de kanalisatie, bij gewenste temperatuur, de werking van de kachel volgen,
maar bij een lagere snelheid dan in REGULAR, voor een verbeterd akoestisch comfort in
de omgeving.
Bij het bereiken van de onder TEMPERATUUR ingestelde temperatuur,. zal de motor
van de kanalisatie overgaan naar de uitschakeling, om vervolgens na een nieuw verzoek
weer te worden ingeschakeld.
Na het bereiken en overschrijden van de specifieke drempelwaarde voor activering, zal
de motor van de kanalisatie, bij gewenste temperatuur, de werking van de kachel volgen,
maar bij een hogere snelheid dan in REGULAR, voor een snellere thermische uitwisseling.
Bij het bereiken van de onder TEMPERATUUR ingestelde temperatuur,. zal de motor
van de kanalisatie overgaan naar de uitschakeling, om vervolgens na een nieuw verzoek
weer te worden ingeschakeld.
NEDERLANDS