Steek de kabel in een klem.
Als u een getwiste kabel zonder adereindhuls of een eenaderige kabel gebruikt, houd dan de vergrendeling met een platte
schroevendraaier open en voer de kabel in de klemmenaansluiting.
PAS OP
Als u een verdraaide kabel zonder adereindhuls gebruikt, twist de kabel dan zorgvuldig om kortsluitingen met naastgelegen
klemmen te voorkomen.
Plaats de schroevendraaier altijd loodrecht op de vergrendeling. Mocht de schroevendraaier afglijden, kan dit leiden tot letsel
of beschadigingen aan de frequentieomvormer.
Aansluiting loshalen
Open de vergrendeling met een platte schroevendraaier en trek de kabel uit de klemmenaansluiting.
PEAS OP
Gebruik voor het bedienen van de vergrendeling een platte schroevendraaier (punt 0,4 mm X 2,5 mm bv. SZF 0-0,4 x 2,5 van
Phoenix Contact Co., Ltd.). Door een kleinere schroevendraaier kan het klemmenblok worden beschadigd.
Plaats de schroevendraaier altijd loodrecht op de vergrendeling. Mocht de schroevendraaier afglijden, kan dit leiden tot letsel
of beschadigingen aan de frequentieomvormer.
4.4.4 Bedradingsaanwijzingen
De klemmen PC, 5 en SE zijn referentiepotentialen voor de E/A-signalen en van elkaar geisoleerd. De klem PC of SE mag niet
met klem 5 worden verbonden. Bij positieve logica wordt de bijbehorende regelfunctie geactiveerd door een verbinding met
de klem PC (STF, STR, RH, RM, RL, MRS en RES).
Gebruik afgeschermde of getwiste leidingen voor het aansluiten van de klemmen van het regelgedeelte. Leg deze leidingen
niet samen met de vermogenskabels (inclusief de 230 V relaisschakeling).
Om contactfouten bij het aansluiten te vermijden, gebruikt u meerdere
parallelle contacten voor zwakke signalen of tweelingcontacten
Leg geen netspanning aan op de inputklemmen (bijvoorbeeld STF) van
de regelkring.
Zorg ervoor dat een spanning op de alarmoutputs (A, B, C) altijd verloopt
via een relaisspoel, lamp, enz. Door deze relaiscontacten mag nooit een
spanning worden kortgesloten.
De aanbevolen leidingdiameter voor het aansluiten van het regelge-
deelte bedraagt 0,3 tot 0,75 mm
Bij gebruik van leidingdiameters van meer dan 1,25 mm
gemonteerd. Leg de leidingen zodanig, dat het frontpaneel correct kan worden gemonteerd.
De maximale lengte van de leiding bedraagt 30 m.
Het niveau van de stuursignalen kan worden omgeschakeld tussen positieve (SOURCE) en negatieve (SINK) logica. In de fabriek
is de frequentieomvormer ingesteld op positieve logica. Het omschakelen van de logica vindt plaats door het omzetten van de
jumper op het blok met de regelklemmen.
Verbind klem PC niet met klem SD. De frequentieomvormer kan daardoor ernstig beschadigd raken.
Vergrendeling
Platte schroevendraaier
Vergrendeling
Platte schroevendraaier
2
.
2
.
Contacten voor zwakke signalen
kan het voorkomen, dat het frontpaneel niet meer kan worden
AANSLUITEN
Tweelingcontacten
11