Constant toerental
(I, II, III)
H/m
III
II
I
III
II
I
III
II
I
Ontluchting
Handmatige
herstart
Fabrieksinstelling
activeren
Bedrijf max. karakte-
ristiek-modus voor
het bepalen van de EEI
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Para SCV
3.1
Regelingsmodi en functies
Aanbeveling voor installaties met onveranderlijke
installatieweerstand die een constant debiet vragen.
De pomp draait in drie ingestelde constante toerentalni-
veaus binnen de 3 regelbereiken voor het toerental:
Regelbereik toerental
Q/m³/ h
LET OP
Fabrieksinstelling: Regelbereik toerental:
gemiddeld, instelling/karakteristiek II
De ontluchtingsfunctie wordt door het lang indrukken
(3 seconden) van de bedieningstoets geactiveerd en
ontlucht de pomp automatisch.
Het verwarmingssysteem wordt daarbij niet ontlucht.
Een handmatige herstart wordt door het lang
indrukken (6 seconden) van de bedieningstoets
geactiveerd en deblokkeert de pomp indien nodig
(bijv. na langere stilstand in de zomertijd).
De fabrieksinstelling wordt geactiveerd door het
indrukken en vasthouden van de bedieningstoets bij
gelijktijdig uitschakelen van de pomp. Bij opnieuw
inschakelen loopt de pomp in fabrieksinstelling
(uitleveringstoestand).
Het bedrijf max. karakteristiek voor de EEI-meting wordt
geactiveerd door de bedieningstoets lang in te drukken
(9 seconden).
Druk de bedieningstoets opnieuw gedurende 9 secon-
den in om het bedrijf max. karakteristiek te verlaten.
Instelling/karakteristiek
Laag
Gemiddeld
Hoog
I, II, III
I, II, III
I, II, III
13