Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Warmwatersyst. II install.: zie Warmwatersyst. I install
Warmwatersysteem II: zie Warmwatersysteem I
1) Alleen beschikbaar als een in het systeem aanwezige als
verswatermodule geconfigureerde module MS 100 is
gekozen.
Tabel 12 Instellingen in het menu Instellingen warm water
Thermische desinfectie
WAARSCHUWING:
Verbrandingsgevaar!
Bij de thermische desinfectie wordt het warmwater tot boven
60 °C opgewarmd.
▶ Voer de thermische desinfectie alleen buiten de normale
bedrijfstijden uit.
▶ Informeer alle betrokkenen en waarborg dat een mengmo-
dule is geïnstalleerd.
Voer de thermische desinfectie regelmatig uit om ziektever-
wekkers te doden (bijvoorbeeld legionella). Voor grotere warm-
watersystemen kunnen wettelijke eisen voor de thermische
desinfectie bestaan. Houd de instructies in de technische docu-
menten van de warmtebron aan.
•
Ja:
– Het gehele warmwatervolume wordt eenmaal tot de in-
gestelde temperatuur opgewarmd, afhankelijk van de
instelling dagelijks of wekelijks.
– De thermische desinfectie start automatisch op het in-
gestelde tijdstip volgens de in de bedieningsunit inge-
stelde tijd. Wanneer een zonnesysteem is
geïnstalleerd, moet voor het activeren van de thermi-
sche desinfectie de betreffende functie worden geacti-
veerd (zie installatie-instructie zonnemodule).
– Afbreken en handmatig starten van de thermische des-
infectie is mogelijk.
•
NeeDe thermische desinfectie wordt niet uitgevoerd.
Handmatig starten van de thermische desinfectie is moge-
lijk.
CR 400/CW 400/CW 800 – 6720894061 (2019/10)
6.3
Instellingen voor zonnesystemen
Wanneer in de installatie een zonnesysteem via een module is
opgenomen, zijn de bijbehorende menu's en menupunten
beschikbaar. De uitbreiding van de menu's door het zonnesy-
steem is in de instructie van de gebruikte module beschreven.
In het menu Zonne-instellingen zijn bij alle zonnesystemen
de in tab. 13 genoemde submenu's beschikbaar.
OPMERKING:
Schade aan de installatie!
▶ Zonnesysteem voor de inbedrijfname vullen en ontluchten.
Menupunt
Doel van het menu
Zonnesyst. geïn-
Wanneer hier Ja is ingesteld, worden de
stalleerd
andere instellingen getoond.
Zonneconfigura-
Grafische configuratie van het zonnesy-
tie veranderen
steem
Actuele zon-
Grafische weergave van het geconfigu-
neconfiguratie
reerde zonnesysteem
Zonneparameter Instellingen voor het geïnstalleerde
zonnesysteem
Zonnesysteem
Nadat alle benodigde parameters zijn in-
starten
gesteld en het zonnesysteem is gevuld,
kan het zonnesysteem in bedrijf worden
genomen.
Tabel 13 Algemene instellingen voor het zonnesysteem
6.4
Instellingen voor andere systemen of
toestellen
Wanneer er in de installatie bepaalde andere systemen of
toestellen geïnstalleerd zijn, zijn er bijkomende menupunten
beschikbaar. Afhankelijk van het toegepaste systeem of appa-
raat en de daaraan gekoppelde modules of bestanddelen kun-
nen verschillende instellingen worden uitgevoerd. Neem de
bijkomende informatie over de instellingen en functies in de
technische documentatie over het desbetreffende systeem of
toestel in acht.
De volgende bijkomende systemen en menupunten zijn moge-
lijk:
•
Alternatieve warmtebron: menu Inst. altern. warmtebron
•
Uitbreidingsmodule: menu Inst. uitbr.mod.
•
Hybride systemen: menu Instellingen hybride
•
Cascadesystemen: menu Instellingen cascade
•
Ventilatiesystemen: menu Instellingen ventilatie
•
Woningstations: menu Inst.woningstation
Servicemenu
27