▶ Stel in of een open verdeler of een warmtewisselaar geïn-
stalleerd is en waar de overeenkomstige temperatuursen-
sor aangesloten is (Op toestel of Op module).
-of-
▶ Geen open verdeler instellen.
Het display gaat over naar het menu Configuratieassis-
tent.
▶ Start de configuratieassistent met Ja
(of met Nee overslaan).
▶ Inbedrijfname van de installatie uitvoeren
( hoofdstuk 4.2, pagina 11).
4.2
Inbedrijfname van de installatie met de confi-
guratie-assistent
De configuratieassistent herkent automatisch, welke BUS-
deelnemers in de installatie zijn geïnstalleerd. De configuratie-
assistent past het menu en de voorinstellingen daarop aan.
De systeemanalyse kan tot een minuut duren.
Na de systeemanalyse door de configuratieassistent is het
menu Inbedrijfstelling geopend. Controleer hier de subme-
nu's en instellingen, pas deze eventueel aan en bevestig deze
vervolgens.
Wanneer de systeemanalyse werd overgeslagen, is het menu
Inbedrijfstelling geopend. Pas de hier genoemde submenu's
en instellingen zorgvuldig aan op de geïnstalleerde installatie.
Bevestig als afsluiting de instellingen.
Raadpleeg voor meer informatie over de instellingen
hoofdstuk 6 vanaf pagina 13.
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Configuratieassistent starten?Configuratieass. opnieuw star-
ten?
Ja | Nee: controleer voor de start van de con-
figuratieassistent,
•
dat de modules geïnstalleerd en geadres-
seerd zijn;
•
of een afstandsbediening geïnstalleerd en
ingesteld is.
Installatiegegevens hoofdstuk 6.1.1, pagina 13
Gebouwtype
Paragraaf "Soort gebouw", pagina 14
Toestelinstelling hoofdstuk 6.1.2, pagina 15
Altern. warmtebron (alternatieve warmtebron)
CR 400/CW 400/CW 800 – 6720894061 (2019/10)
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Altern. warm-
De configuratieassistent stelt een configura-
tebron geïnst.
tievoorstel op voor de module aan de hand
van de aangesloten sensor. De instellingen in
het menu Altern. warmtebron controleren en
evt. op de geïnstalleerde installatie afstem-
men ( technische documentatie van de
module).
Hybride syst. geïnst.
Ja | Nee: instelling of een hybride systeem
geïnstalleerd is. Alleen beschikbaar als een
hybride systeem herkend werd.
cv-circuit 1 hoofdstuk 6.1.3, pagina 16
Warmwatersysteem I hoofdstuk 6.2, pagina 24
Warmwatersysteem II: zie Warmwatersysteem I
Ventilatie ( installatie-instructie van de ventilator)
Nee | Ja: instelling of een ventilator geïnstal-
leerd is. Alleen beschikbaar als er een ventila-
tor herkend werd.
Zonne
Zonnesyst.
Nee | Ja: instelling of een zonnesysteem is
geïnstalleerd
geïnstalleerd.
Als er een zonnesysteem geïnstalleerd is (Ja),
zijn er extra menupunten in het menu Zon-
neconfiguratie veranderen ( technische
documentatie van het zonnesysteem).
Zonneuitbrei-
Ja | Nee: instelling of een uitbreidingsmodule
dingsmodule
geïnstalleerd is. ( technische documenta-
tie van de zonneuitbreidingsmodule).
Zonnesysteem starten hoofdstuk 6.3, pagina 27
Uitbreidingsmod. inst.
Ja | Nee: instelling of een uitbreidingsmodule
geïnstalleerd is.
( Technische documentatie van de uitbrei-
dingsmodule)
Brandstofcel aanw.?
Ja | Nee: instelling of een brandstofcel in het
systeem geïnstalleerd is. Alleen beschikbaar
als een brandstofcel herkend werd.
Configuratie bevestigen
Bevestigen | Terug: als alle instellingen met de
geïnstalleerde installatie overeenkomen,
bevestigt u de configuratie (Bevestigen),
anders kiest u Terug.
Tabel 4
Inbedrijfname met de configuratieassistent
Inbedrijfname
11