Opnemen
De combinatie van lensopeningwaarde en sluitertijd veranderen
Zelfs in de Program modus kunt u de combinatie van lensopeningwaarde en
sluitertijd veranderen om de gewenste effecten te verkrijgen, terwijl dezelfde
belichting gehandhaafd blijft. Deze functie wordt "Program Shift" genoemd.
1
Draai terwijl de numerieke waarden
weergegeven worden (ongeveer 10 seconden)
aan de bedieningsknop om de waarden te
veranderen met gebruik van Programme Shift.
A Aanduiding Programme Shift
• Voer een van de volgende handelingen uit om
Programme Shift te annuleren:
– Schakel de camera uit.
– Draai aan de bedieningsknop tot de aanduiding Programme Shift verdwijnt.
B Lensopeningwaarde
C Sluitertijd
Lensopening-Prioriteit AE-modus
Zet de lensopeningwaarde op een hoger getal als u een grotere scherp gestelde
zone wilt (tegenover of achter het scherp gestelde onderwerp), of op een lager
getal voor de tegengestelde situatie.
1
Draai aan de sluitertijd-draaiknop om [A]
(AUTO) te selecteren.
2
Draai aan de lensopening-ring om de
lensopeningwaarde te selecteren.
• De Lensopening-Prioriteit-modus is ingesteld en de
opnamemodusicoon verandert in [A].
A Lensopeningwaarde
B Belichtingsmeter
Sluiter-Prioriteit AE-modus
Stel een kortere sluitertijd in als u een scherpe foto van een bewegend onderwerp
opneemt of stel een langere sluitertijd in om een onderwerp wazig te maken om de
beweging te benadrukken.
1
Draai aan de lensopening-ring om [A] (AUTO)
te selecteren.
2
Draai aan de sluitertijd-draaiknop om de
sluitertijd te selecteren.
• De Sluiter-Prioriteit-modus is ingesteld en de
opnamemodusicoon verandert in [S].
A Sluitertijd
B Belichtingsmeter
28
SS
SS
SS
250
125
60
30
F
F
2.0
2.8
4.0
2.8
2.8
60
60
2
0
00
SS
SS
SS
250
125
60
30
F
F
4.0
5.6
8.0
11
8.0
8.0
8.0
SS
SS
SS
60
125
250
500 1000
F F
4.0
2.8
2.0
250
250
15
5.6
98 98 98
15
16