Opnemen
Snapshot modussen
Opnamefunctie:
Deze modussen worden aanbevolen voor wie de voorkeur geeft aan een 'point and
shoot'-stijl en erop vertrouwt dat de camera automatisch instellingen selecteert die
bij het onderwerp en de omgeving passen die opgenomen worden.
1
Druk op [A].
• De camera schakelt naar de Snapshot modussen.
• Als u opnieuw op [A] drukt, wordt de
opnamemodus naar een van de
belichtingsbedieningsmodussen geschakeld die
ingesteld was met gebruik van de lensopening-
ring en de sluitertijd-draaiknop (op de vorige
pagina beschreven).
• Op het moment van aankoop is de modus op de Snapshot Plus modus gezet.
2
Richt de camera op het onderwerp.
• Als de camera de optimale scènemodus identificeert, zal
de respectieve icoon weergegeven worden.
(Automatische scènedetectie)
∫ Schakelen tussen de Snapshot Plus modus en de Snapshot modus
1
Selecteer het menu.
>
MENU
2
Druk op 3/4 om [
[MENU/SET].
¥
[
] stelt u in staat bepaalde instellingen aan te passen, zoals de helderheid en de
kleurtoon terwijl [
kunt maken die beter bij uw voorkeur passen.
∫ Auto Focus, Gezichts-/Oogdetectie
De Auto Focusmodus wordt automatisch op [
aanraakt, zal de AF Tracking-functie werken.
• De AF Tracking-functie zal ook werken als u op [
vervolgens tot halverwege indrukt.
∫ Over de flitser
Als de flitseenheid gebruikt wordt die deel uitmaakt van de levering, selecteert de
camera automatisch [
helderheid van het onderwerp.
26
[Snapshotmode] > [Snapshotmode]
] of [
] te selecteren en druk vervolgens op
] ook voor andere instellingen gebruikt kan worden zodat u foto's
], [
], [
] of [
] gezet. Als u het onderwerp
] (2) drukt en de sluiterknop
] al naargelang het type en de