Instellingen veranderen met gebruik van de
bedieningsring
U kunt de bedieningsring gebruiken om instellingen te
veranderen.
De functies die ingesteld kunnen worden met de bedieningsring
variëren al naargelang de belichtingsbedieningsmodus.
Hieronder worden de standaardinstellingen vermeld.
Belichtingsbedieningsmodus
Snapshotmode
Snapshot plus-mode
Programma AE-modus
Lensopening-Prioriteit AE-modus
Sluiter-Prioriteit AE-modus
Handmatige Belichtingsmodus
U kunt sluitertijden instellen die niet op de sluitertijd-draaiknop aangegeven worden. (>29)
¢
¥
Door tijdens een panorama-opname aan de bedieningsring te draaien, zal het geselecteerde
beeldeffect (filter) veranderen.
¥
Door tijdens Manuele Focus aan de bedieningsring te draaien, zal het brandpunt ingesteld worden.
De functie veranderen die aan de bedieningsring toegekend is
1
Stel het menu in.
>
MENU
2
Gebruik 3/4 om de instelling te selecteren en druk op [MENU/SET].
• U kunt de volgende functies toekennen:
– [Normaal]
– [Zoom]
– [Stapsg. zoom]
– [Belichtingscomp.]
– [Gevoeligheid]
• Selecteer [Normaal] om naar de standaardinstelling terug te keren.
• Selecteer [OFF] ([Niet ingesteld]) als u de bedieningsring niet gebruikt.
¥
De toegekende functie-instelling zal op alle belichtingsbedieningsmodussen toegepast worden.
¥
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de modus of het weergegeven
beeldscherm.
[Voorkeuze] >
– [Witbalans]
– [AF mode]
– [Aandrijfstand]
– [Fotostijl]
– [Filtereffect]
Step Zoom
Afstelling sluitertijd
[Bediening] > [Bedieningsring]
– [Schaduw markeren]
– [Int.dynamiek]
– [I.resolutie]
– [Flitserfunctie]
– [Flitser instel.]
Voorbereiding/Basis
Instelling
¢
25