TOEVOERLUCHTAPPARAAT
Luchtstroom door de toevoerluchtspiraal
De waterstroom door de toevoerluchtspiraal wordt inge-
steld door middel van een inregelklep (RN1). Deze klep
moet worden ingesteld om onnodig energieverbruik in
de woning te voorkomen. Het extra vermogen wordt
bepaald volgens het onderstaande schema. De tempe-
Trimventilinställning
(Antal öppnade varv)
Instelling inregelklep
(Aantal rotaties om te openen)
Fullt
Volledig
öppen
open
7
3
toevoerluchttemperatuur
2
1
Tryckfall
värmesystem-/
Drukval radiator-/
batterikrets
spiraalcircuit
mvp
mwk
5
4
Het geleverde vermogen in het schema wordt berekend bij het ontwerpen van respectievelijk het verwarmingssysteem 55/45°C en
Voorbeeld: indien de aanvoerstroom is geregeld op 150
m³/u en DOT is geregeld op -20 °C bij een pompdruk (=
drukval spiraalcircuit) van 3,3 mwk (33 kPa), leidt dat tot
de instelling 2,8 op de inregelklep.
Dit betekent dat de inregelklep 2,8 slagen vanuit geslo-
ten positie moet worden geopend. Tegelijkertijd kan
worden afgelezen dat de spiraal de toevoerlucht circa 3
kW extra vermogen levert bij -20 °C.
Voorzichtig!
Ontlucht de spoel door herhaaldelijk gebruik te
maken van de ontluchtingsschroef (QM21)
teneinde de circulatie door de spoel te garan-
deren.
38
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
Vatten-
Water
flöde
aanvoer
l/u
l/h
400
Risico van lage
300
200
100
3
2
1
0
35/25°C (vloerverwarming).
ratuur van de toevoerlucht moet bij benadering gelijk
zijn aan de binnentemperatuur, bij voorkeur een paar
graden lager.
TIP
Stel de inregelklep na op een koude dag.
Avgiven
Nominaal
effekt
vermogen
kW
kW
4
3
2
1
50
100
150
55/45
DUT
DOT
DOT
-35
-30
35/25
-25
-20
-15
Toevoerlucht
Tillufts-
aanvoer
flöde
m³/u
200
250
m³/h
NIBE F470