5. HERSTELLING
5.1. De machine werkt niet
• Ga na of de hoofdschakelaar ingeschakeld is.
• Ga na of de tafels van de machine en het veiligheidsrooster zich in de
correcte werkpositie bevinden.
• Laat de stekker en het stopcontact door een elektricien
controleren op kabels die mogelijk losgekomen zijn.
• Denk eraan dat er een neutraalgeleider voorhanden moet zijn!
• Controleer de zekeringen in het gebouw.
5.2. De machine stopt af en toe
• Ga na of alle kabels in de stekker nog goed vastzitten.
• Ga na of de voedingskabel niet beschadigd is.
• Ga na of er geen stroomfluctuaties zijn.
• Regel de veiligheidsschakelaar aan de achterkant van de machine bij.
5.3. De machine voert het deeg niet doorheen de rollen.
• Vervang de aandrijfriem van de motor naar de rollen.
• De transportbanden nemen het deeg niet mee.
• Regel de spanning van de transportbanden bij.
5.4. De richting van de transportbanden kan niet omgekeerd worden.
• Ga eerst na of de machine ingeschakeld is.
• Controleer de aandrijfriem en vervang indien nodig.
5.5. De machine bromt.
• Laat de motoren door een electricien nazien. Mogelijk werkt ze slechts
op twee fasen.
• Controleer de zekeringen in het gebouw.
SINMAG EUROPE BVBA
NL
9