7. ONDERHOUD
Voor het behoud van het hoge rendement van het
apparaat is regelmatig onderhoud van het apparaat
nodig. Afhankelijk van de gebruikswijze is jaarlijks of
halfjaarlijks onderhoud aan te bevelen.
Ketel- en verbrandingscontrole moeten door een
gekwalificeerd vakman worden uitgevoerd volgens de
STOP
GEVAAR:
7.1. Regelmatige controles en onderhoudswerkzaamheden
- Manometer controleren terwijl de circulatiepomp
uitgezet is en bij te lage waterpeil resp. druk water in
het verwarmingssysteem bijvullen.
- Werking van expansievat controleren.
- Veiligheidsventielen en ontluchters in het verwarmings-
en warmwatersysteem controleren.
7.2. Ketelreiniging
Het reinigen van de ketel moet door een gekwalificeerd
vakman worden uitgevoerd.
De cilindrische bouw van de ketel maakt in principe
een eenvoudige mechanische reiniging mogelijk. Het is
echter algemeen aan te bevelen verwarmingsvlakken
van met olie gestookte ketels met geschikte chemische
middelen te reinigen. Uw schoorsteenveger geeft u als
vakman graag advies.
- Brander uitschakelen,
- Branderstekker uittrekken,
- Schroeven aan de keteldeur losdraaien en deze met
de brander uitklappen. Opgelet: Op de LRR 53 – 59
en LRR-NT 53-55 mogen de schroeven op de kant
van de draaias NIET losgemaakt worden!
- Turbulators verwijderen,
- Vlambuis en rookbuizen reinigen,
7.3. Onderhoud van de brander
Het regelmatige onderhoud van de brander (lichaam,
mondstuk, branderkop, ontsteking, pompfilter) moeten
volgens de handleiding van de brander door een
gekwalificeerd vakman uitgevoerd worden.
8. RESERVEONDERDELEN
Reserveonderdelen op aanvraag.
19.03.2019
Het apparaat bevat onderdelen van synthetische siliciumhoudende minerale vezels
(keramische en glasvezels, isolatiewol). Om elk gezondheidsrisico te voorkomen,
moeten bij werkzaamheden aan of met deze onderdelen geschikte kleding en een
ademhalingsmasker gedragen worden.
PYRONOX LRR -
Installatie, gebruik en onderhoud
voorschriften van de overheid.
Voor elke werkzaamheid aan het apparaat moet de
verbinding van het apparaat met het net verbroken
worden en moet de brandstoftoevoer gesloten worden.
- Brander volgens aanbevelingen controleren (zie
daarvoor de aparte handleiding van de brander).
- Oliestand controleren.
- Ketel- en schoorsteenreiniging.
- Reinigingsdeksel aan de achterkant van de ketel
demonteren en verzamelkast voor rookgassen
reinigen,
- Gereinigde turbulators volgens paragraaf 4.5 weer
inzetten,
- Reinigingsdeksel aanbrengen en vuurdeur sluiten,
- Brander in bedrijf nemen.
Na deze werkzaamheden moeten de instellingen van
de brander gecontroleerd worden om vast te stellen of
ze in overeenstemming zijn met het vereiste vermogen
van het apparaat.
Pagina 35 / 36