Menu-instellingen
∫ Over [
] of [
• U kunt sneller scherpstellen op het object
dan in de andere AF- functies.
• Het beeld kan even stoppen met bewegen
voordat er scherpgesteld wordt wanneer u
de ontspanknop tot de helft indrukt. Dit is
geen storing.
∫ De AF-zone selecteren
Wanneer u een 1-zone-focussing of
1-zone-focussing (Hoge snelheid)
selecteert, kan de AF-zone geselecteerd
worden zoals afgebeeld in het volgende
figuur. Wanneer u Punt gebruikt kunt u ook
het puntmetering-doel bewegen om de
AF-zone overeen te doen komen.
1 Stel de Focusschakelaar in op [AF] of
[AF MACRO].
2 Terwijl u de [FOCUS] knop gebruikt, 3/
4/2/1 gebruiken om de AF-zone te
bewegen.
FOCUS
3 Geef de [FOCUS] knop vrij om in te
stellen.
• De volgende operaties zullen de AF-zone
terug doen keren naar de vorige
– De draaischijf instellen op autofunctie
[
].
– Als u de energiebesparing inschakelt.
– Het toestel uitzetten.
94
VQT0Y00
]
• De AF-zone die op het midden van het
scherm afgebeeld wordt is groter dan
normaal wanneer u de digitale zoom
gebruikt of wanneer u opnamen op
donkere plekken maakt.
• Het toestel stelt scherp op alle AF-zones
wanneer er meerdere AF-zones (max.
9 zones) tegelijkertijd zijn. De focusstand
wordt niet vooraf bepaald. Deze wordt
ingesteld op de stand die het toestel
automatisch bepaalt op het moment dat u
scherpstelt. Als u de focusstand wilt
bepalen om opnamen te maken, schakelt
u de AF-functie naar [
[
• De AF-functie naar [
schakelen als het moeilijk is scherp te
stellen met behulp van [
P
PROGR. WISSELING
F5.0
1/60
], [
].
] of [
].
] of
]