Aansluiten op andere apparatuur
3 De televisie aanzetten en "externe
aansluiting" kiezen.
4 Zet het toestel aan.
• Geen andere AV-kabels gebruiken dan de
meegeleverde kabel.
• Alleen wanneer de
functiekeuzeschakelaar ingesteld is op
weergavefunctie [
], wordt het beeld op
de televisie weergegeven.
• De boven- en onderkant of de rechter- en
linkerkant van het beeld kunnen een
beetje afgeknipt zijn op het scherm. Dit
hangt van de TV zelf af.
• Afhankelijk van de instelling van de
schermfunctie van de TV (op een
breedschermtoestel of een
high-definitiontoestel), kan het beeld
horizontaal of verticaal uitgerekt worden
en kunnen boven- en onderkant of linker-
en rechterkant van het beeld eraf
gesneden worden. Wijzig in dit geval de
scherminstellingen.
• Geluid terugspelen gebeurt in mono.
• De gebruiksaanwijzing van de TV lezen.
• Als u een beeld verticaal terugspeelt, kan
het wazig zijn.
• Kies [TV-ASPECT] om het TV-aspect aan
te passen.
• U kunt opnamen bekijken op TV's in
andere landen of plaatsen met een NTSC
of PAL-systeem als u [VIDEO UIT] in het
[SET-UP] menu instelt.
126
VQT0Y00
∫ Opnamen terugspelen op een TV met
een slot voor een SD-geheugenkaart
Stilstaande opnamen die gemaakt zijn met
een SD-geheugenkaart kunnen
teruggespeeld worden op een TV met een
SD-geheugenkaartslot.
• U kunt geen SDHC-Geheugenkaart
terugspelen als het TV-model deze niet
verdraagt.
• Afhankelijk van het TV-model kunnen de
opnamen misschien niet afgespeeld
worden op het hele scherm.
• Bewegende beelden kunnen niet
teruggespeeld worden. Om bewegende
beelden terug te spelen, het toestel op de
TV aansluiten met de AV-kabel
(meegeleverd).
• MultiMediaCards kunnen wellicht niet
afgespeeld worden.