Voorbereidng
3 Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
• Het laden is gedaan als het lampje
[CHARGE] A uitgaat (na ongeveer
120 minuten).
• Haal de AC-kabel uit het stopcontact als
de batterij opgeladen is.
• De batterij wordt warm na het gebruik/
laden of tijdens het laden. Ook de
fotocamera wordt warm tijdens het
gebruik. Dit is echter geen storing.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang
niet gebruikt. Laad de batterij opnieuw op.
• Gebruik hiervoor de oplader.
• Laad de batterij op met de oplader.
• De oplader niet uit elkaar halen of er
iets aan wijzigenwijzigen.
16
VQT0Y00
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen)
∫ Batterijaanduiding
De resterende batterijstroom verschijnt op
het scherm.
• De batterijaanduiding wordt rood en
knippert. Laad de batterij op of vervang
deze door een volle batterij.
[Dit verschijnt niet wanneer u het toestel
gebruikt samen met de AC-adapter
(DMW-AC7; optioneel).]
∫ Levensduur van de batterij
Het aantal opnamen (Volgens
CIPA-standaard in AE-programmafunctie)
Ongeveer 360 opnamen
Aantal opnamen
(Ongeveer 180 min)
Opnamevoorwaarden volgens
CIPA-standaard
• Temperatuur: 23 °C/
Vochtigheid: 50% wanneer de
LCD-scherm aan staat.
• Met de SD-geheugenkaart (32 MB).
• De De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de
fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1])
• Om de 30 seconden opnemen, met volle
flits om de opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten.
• CIPA is een afkorting van
[Camera & Imaging Products Association].
¢Het aantal foto's dat u kunt maken, neemt
af wanneer de functie stroom LCD
gebruikt wordt.
¢