Toepassing (opname)
Beelden opnemen door de diafragmawaarde
in te stellen
Tijdens het opnemen kunt u de diafragmawaarde zo regelen dat deze aan uw
opnamedoel voldoet.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast aan de ingestelde diafragmawaarde.
• Opnamemodi
(→48)
De belichtingsmeter
Sluitertijd
(Automatische aanpassing)
Diafragmawaarde instellen
• Een juiste belichting is niet
mogelijk in het bereik dat
met rood wordt aangeduid.
●
De diafragmaring draait alleen binnen het bereik van de afgedrukte indicators.
●
Omdat de maximale diafragmawaarde verandert in overeenstemming met
de zoominstelling, kunnen de afgedrukte indicatie op de diafragmaring en de
werkelijke diafragmawaarde verschillen. Raadpleeg de belichtingsmeter voor de
diafragmawaarde wanneer u een beeld opneemt.
●
Wanneer het beeld te licht of te donker is of op andere wijze niet goed is belicht,
worden de diafragmawaarde en de sluitertijd in rood weergegeven.
●
De helderheid van het lcd-scherm kan afwijken van de feitelijk gemaakte foto.
Modus [Lensopeningspr.]
- 60 -
Draai de diafragmaring om de
diafragmawaarde te selecteren
U kunt de diafragmawaarden instellen
tussen [1.4] en [8] in stappen van 1/3 stop.
(Stel de diafragmaring in op een stop met
een klik.)
Belichtingsmeter
• Wanneer de diafragmawaarde wordt
verhoogd, wordt de scherptediepte groter,
en is het beeld scherp van vlak voor de
camera tot op de achtergrond.
• Wanneer de diafragmawaarde wordt
verlaagd, wordt de scherptediepte kleiner en
kan de achtergrond wazig worden.
VQT4J19