Toepassing (opname)
Instelling
Snelheid
Ongeveer
2 beelden/sec.
Ongeveer
2 beelden/sec.
Ongeveer
5 beelden/sec.
Ongeveer
5 beelden/sec.
Ongeveer
11 beelden/sec.
Ongeveer
40 beelden/sec.
Ongeveer
60 beelden/sec.
Voldoet aan de
*
opnameomstandigheden
3
(Flitserburst)
*
1
Het aantal beelden dat wordt vastgelegd bij een burstopname wordt beperkt door de
omstandigheden waaronder de beelden worden genomen en het type en/of de status van de
gebruikte kaart.
*
2
De belichting en witbalans worden binnen het mogelijke bereik aangepast.
*
3
Voer burstopnamen uit met de flitser. Alleen in de
■
Opmerking over de fotoresolutie-instelling
Wanneer [
], [
Beeldverhouding
4:3
3:2
16:9
1:1
■
Annuleren
Selecteer [
] ([Enkel]) in stap
Aantal beelden
100
100
100
100
12
40
60
5
] of [
] ingesteld is, wordt de fotoresolutie kleiner.
5 M, 3 M, 2 M, 0.3 M
4.5 M, 2.5 M, 0.3 M
3.5 M, 2 M, 0.2 M
3.5 M, 2.5 M, 0.2 M
.
- 119 -
Scherpstelling, belichting, witbalans
Alleen de scherpstelling wordt vastgezet op
*
1
de instellingen van het eerste opgenomen
*
2
beeld.
*
1
Aangepast binnen het mogelijke bereik.
Alleen de scherpstelling wordt vastgezet op
*
1
de instellingen van het eerste opgenomen
*
beeld.
2
*
1
Aangepast binnen het mogelijke bereik.
Vastgezet op de instellingen van het eerste
opgenomen beeld.
Vastgezet op de instellingen van het eerste
opgenomen beeld.
Vastgezet op de instellingen van het eerste
opgenomen beeld.
Vastgezet op de instellingen van het eerste
opgenomen beeld.
,
,
-modus
2.5 M, 0.3 M
3 M, 0.3 M
3.5 M, 0.2 M
2 M, 0.2 M
De Burst-functie instellen
3 M
2.5 M
2 M
2.5 M
VQT4J19