5.8.6
Luchttoevoer vanuit de gevel en een
dakuitmonding met gemeenschappelijk
afvoersysteem C83
BELANGRIJK
►
►
►
►
Een luchttoevoer vanuit de gevel en een dakuitmonding met
een gemeenschappelijk afvoersysteem is toegestaan.
Aantal
toestellen
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Opmerking
Het gemeenschappelijk afvoersysteem is in combinatie met het toestel gekeurd. Bij toepassing van een
gemeenschappelijk rookgasafvoersysteem dient het toestel voorzien te zijn van een terugslagklep rookgassen.
Gemeenschappelijke rookgasafvoer
De uitmonding van de rookgasafvoer kan op een willekeurige plaats in het schuine dakvlak gemaakt worden, mits de
uitmonding in het dakvlak dezelfde oriëntatie heeft als de luchttoevoer in de gevel. Bij een plat dak moet de uitmonding
van de rookgasafvoer in het "vrije" uitmondingsgebied gemaakt worden.
Breng een condensafvoer aan.
38
De luchttoevoer in de gevel dient te
worden voorzien van een Intergas
inlaatrooster (art.nr. 926187).
Het gemeenschappelijk afvoersysteem
dient te worden voorzien van een
trekkende afvoerkap volgens BRL QA 19.
Als het gemeenschappelijk afvoersysteem
in de buitenlucht wordt gesitueerd,
dient de afvoerleiding dubbelwandig of
geïsoleerd uitgevoerd te worden.
Zie voor het beugelen §5.8.12.
Diameter rookgasafvoer
Xtreme 24 Xtreme 30 Xtreme 36
110
130
130
150
150
180
180
200
200
220
220
230
230
250
240
270
260
280
270
290
280
300
Trekkende afvoerkap
Intergas
inlaatrooster
art.nr. 926187
130
150
180
200
220
230
250
270
280
290
300